Dat de Mazda CX-60 binnenkort onze richting uit komt is inmiddels geen geheim meer, en we weten ook al langer dan vandaag dat die een paar opmerkelijke aandrijflijnen krijgt. Zo verwijzen de Japanners al sinds we van het model afweten naar zijn achterwielaandrijving, zijn plug-inhybride aandrijflijn en zijn gamma aan zescilindermotoren. Die drinken trouwens niet alleen benzine, want er komen ook exemplaren die diesel lusten. Over die motoren doet Mazda nu het boekje open.

Euronorm-killers

Dat blijkt best een interessant boekje te zijn, want de cijfers lijken op het eerste gezicht uit de late jaren ’90 weggelopen. De nieuwe Skyactiv-D-blokken krijgen namelijk 3.3 liter aan cilinderinhoud, verdeeld over zes cilinders. In standaardvorm weet de motor 231 pk en 500 Nm koppel te produceren, en met wat mild-hybride ondersteuning kan je rekenen op 255 pk en 550 Nm koppel. Als je daardoor niet bepaald omvergeblazen bent nemen we je het niet kwalijk, maar dan moet het belangrijkste nog komen. De nieuwe dieselmotoren worden namelijk Euro 7-conform, wat ze proper genoeg maakt om nog geruime tijd mee te draaien.

Eveneens mooi meegenomen voor Mazda is dat het dieselblok het grootste deel van zijn componenten gewoon deelt met het de reeds bestaande 2.2-liter viercilinder Skyactiv-D, die bijvoorbeeld in de Mazda 6 ligt. Reken maar even mee: om er een zescilinder van te maken moet je er gewoon nog eens zo’n halve motor aan plakken, en dan is 2.2 + 1.1 gewoon 3.3. Op deze dieselmotoren is het echter wel nog wachten tot 2023, net als op de 3.0-liter zes-in-lijn op benzine. Aanvankelijk wordt de CX-60 namelijk gelanceerd met een 327 pk sterke plug-inhybride op basis van een 2.5-litermotor… met vier cilinders.