Al sinds 2017 loopt de Britse regering rond met plannen om de verkoop van nieuwe auto’s met verbrandingsmotor aan banden te leggen. Tegen 2050 wil het Verenigd Koninkrijk immers koolstofneutraal zijn, waardoor het aanvankelijk een verkoop op nieuwe benzine- en dieselmodellen wou verbieden vanaf 2040. Onder de conservatieve regering-Johnson werd die deadline twee keer vervroegd: eerst werd hij opgeschoven naar 2035, nadien werd er afgeklopt op 2030 voor benzine- en dieselmotoren, en 2035 voor hybridemodellen.

Interne verdeeldheid

Vandaag kondigt de huidige Britse premier, de conservatief Rishi Sunak, aan dat hij een paar klimaatmaatregelen uit het Net Zero Emissions-plan wil terugschroeven. Volgens Sunak is het Verenigd Koninkrijk namelijk te ambitieus in zijn klimaatdoelstellingen vergeleken met andere landen, en wil hij eerst meer initiatief zien van de rest van de wereld. De switch naar elektrisch rijden zou voor Britse huishoudens immers te veel kosten, zeker in tijden waarin inflatie hoogtij viert.

Insiders beweren echter dat de invloed van Sunaks conservatieve achterban meetelt in de beslissing om de verbrandingsban terug te schroeven. Bij tussentijdse verkiezingen scoorde zijn conservatieve partij immers goed met kritische standpunten tegenover de Londense Ultra Low Emission Zone (ULEZ). Maar binnen de partij zelf zorgen de plannen van Sunak eveneens voor verdeeldheid. De plannen nu bijsturen zou immers een flinke streep door de rekening zijn van bedrijven die de transitie al zijn begonnen.

Duidelijkheid gevraagd

De Britse autosector zelf hoopt vooral voor duidelijkheid. De regering-Sunak wou aanvankelijk ook zoveel mogelijk hybrides uitstel geven tot 2035, zonder precies af te lijnen welke hybrides dat uitstel zouden kunnen genieten. Daarnaast vreest de Britse autosector dat de onduidelijkheid rond de deadline knaagt aan het Britse consumentenvertrouwen. Verschillende merken, zoals Jaguar Land Rover, hebben intussen te kennen gegeven niets aan hun oorspronkelijke plannen te wijzigen.