In luxeland zijn er eigenlijk maar drie namen echt van tel: Mercedes, BMW en Audi. Zo heeft die eerste al sinds jaar en dag de S-Klasse in de catalogus en zijn nieuwste generatie, gelanceerd in 2020, ontpopte zich al snel tot de ultieme limo. BMW’s 7 Reeks is echter nog nieuwer dan dat, want die liet zijn spraakmakende tronie voor het eerst zien in 2022. Toen bleek hij opnieuw de sportievere kaart te spelen, al combineert de Siebener die wel meer dan ooit met boterzachte luxe… Dus waar past de Audi A8 dan nog in dat plaatje?

Anti-7 Reeks

Simpel: de Audi A8 is de luxesedan bij uitstek voor zij die zo’n nieuwe BMW 7 Reeks maar niks vinden. Waar die laatste bijvoorbeeld uitpakt met een op zijn zachtst gezegd smaakgevoelige snuit, pakt de Audi het ontelbare keren subtieler aan. Van een afstandje moet je eigenlijk zelfs je best doen om hem van een A6 te onderscheiden en dat lijkt gewoon bewust te zijn, want bij de facelift van de A8 in 2021 veranderde Audi daar niks aan. Wel integendeel: toen werd het topmodel voor het eerst in zijn loopbaan verkrijgbaar met een S-Line-pakketje dat de bumpers nog méér op die van een A6 deed lijken, en een Black Appearance Pack dat al het chroom verstopte onder een laagje zwarte lak… Kwestie van compleet onder de radar te blijven.

De Audi A8 is met andere woorden de luxesedan voor de bescheiden mens, en dat merk je ook aan de cabine. Daar vind je namelijk niks van de schermenpraal van de S-Klasse terug, noch van die LED-Spielerei van de Siebener. Waar de A8 daarentegen in uitblinkt, is – en nu moet je even goed luisteren, BMW en Mercedes – bouwkwaliteit. Alles aan dit interieur lijkt namelijk gebouwd voor de eeuwigheid, van de massieve deurklinken tot de verstelbare armleuningen die ongeacht hun positie gewoon onverstoorbaar stevig blijven aanvoelen. Als dat dus je idee is van luxe, dan neem je er vast wel bij dat zijn infotainmentsysteem met twee gestapelde aanraakschermen anno 2023 niet bepaald meer strookt met de slogan ‘Vorsprung durch Technik’.

Tot 50 kilometer elektrisch

Om Audi op dat vlak toch nog kans van slagen te geven, trokken wij er dan maar op uit met de meest vooruitstrevende motorisatie van het gamma: de A8 60 TFSI e. Die alfanumerieke clusterbom wil je duidelijk maken dat het hier gaat om een plug-inhybride, die de 3.0-liter V6-benzinemotor die we kennen uit heel wat andere producten van de VW-groep koppelt aan een elektromotor in de transmissie. Werken de twee optimaal samen, dan pompt deze A8 462 pk en 700 Nm koppel naar zijn vier wielen – want Audi, dus ‘quattro’. Dat is genoeg om deze 2,3 ton zware slee naar de 100 km/u te katapulteren in 4,7 seconden.

In het ideale geval werken de benzinemotor en de elektromotor echter net niét samen, want een plug-inhybride hoort ook een flink eind elektrisch te kunnen rijden. Daartoe monteren de Duitsers sinds de facelift een accu van 17,9 kWh onder de koffervloer, waarvan je 14,4 kWh ook effectief kan gebruiken. Daar rij je dan op een goeie dag 50 kilometer elektrisch mee, wat eveneens het hele ‘Vorsprung’-verhaal wat tegenspreekt wetende dat een Mercedes S plug-in tegenwoordig ruim het dubbele haalt. Je moet trouwens ook best zacht met het gaspedaal omspringen als je wil vermijden dat de V6 opgetrommeld wordt, want met 136 pk heeft de elektromotor op zich maar net voldoende vermogen om de A8 op kruissnelheid te krijgen.

Feilloos genoeg?

Nu goed: zo’n A8 is ook gewoon gemaakt om zacht mee te rijden en hij helpt je maar al te graag een handje om dat te verwezenlijken. Zo geeft het gaspedaal een klein trillinkje wanneer de auto op basis van navigatiegegevens het optimale punt gevonden heeft om te beginnen uitbollen voor een bocht of kruispunt. Hetzelfde gebeurt met het rempedaal want soms doet de adaptieve remregeneratie liever zijn ding dan dat jij energie verspilt langs de mechanische remmen. Het fijnste is echter dat de Audi je zo’n zaken gewoon op subtiele wijze laat weten, en nooit ofte nimmer zelf ingrijpt. Daardoor blijft de rijervaring namelijk voorspelbaar, en kan je als chauffeur gewoon lekker soepel je werk doen.

Comfort lijkt dan ook het sleutelwoord geweest te zijn bij de ontwikkeling van deze Audi, en niet alleen de aandrijflijn draagt daartoe zijn steentje bij. Zo kan je de A8 ook als verlengde ‘L’ krijgen die dan twee relaxstoelen achterin heeft met alles van een massagefunctie tot zelfs een verwarmde voetensteun. Onze ‘L’-loze A8 hield het dan weer bij de standaard wielbasis en een bedieningspaneeltje voor de klimaatregeling in de centrale armsteun van de achterbank, maar ongeacht de versie mag je rekenen op een comfortabele rit. Elke A8 beschikt namelijk over actieve luchtophanging die oneffenheden in de weg voorspelt op basis van een cameraatje in de neus, en het resultaat is een nagenoeg feilloze demping.

Relatieve prijspakker

Hoe feilloos die demping ook mag zijn; het Mercedes S-Klasse-gevoel waarbij je als het ware over het plebs heen lijkt te zweven evenaart die niet helemaal. Dus is zo’n A8 dan de sportievere keuze onder de luxesedans? Nee, dat is hij ook niet. Terwijl die quattro-vierwielaandrijving namelijk wel stevig tegen het tarmac kleeft in de bochten, laat het afstandelijke stuurgevoel je helemaal koud. Sterker nog: af en toe krijg je het gevoel dat je de auto aan het mishandelen bent wanneer je een A8 door een stel bochten sleurt en neem het maar van ons aan: dat gevoel geeft een nieuwe BMW 7 Reeks je niet. Dus waar is deze Audi dan wel het beste in?

Wel, dit is misschien niet echt van toepassing in dit segment maar de A8 is wel de goedkopere van het trio. Zo start de Audi aan een basisprijs van 98.849,99 euro en krijg je de 60 TFSI e-plug-inhybride vanaf 117.559,99 euro. Dat is bijna 5.000 euro minder dan je bij BMW kwijt bent voor een 750e xDrive en dik 10.000 euro minder dan wat Mercedes vraagt voor een S 450 e. Die laatste is dan wel wat beter uitgerust, maar de basis-Audi is eveneens best leefbaar. Reken bijvoorbeeld op verwarmde, elektrisch verstelbare zetels voorin, lederen bekleding, keyless entry en go en klimaatregeling in vier zones. Enkel aan het ontbreken van standaard smartphoneconnectiviteit of adaptieve cruise control merk je weer dat de Audi een paar jaartjes achterop hinkt.

Conclusie

In zekere zin is de Audi A8 boter noch vis, maar dat hoeft niet te betekenen dat de auto irrelevant is. Sommige mensen houden namelijk niet van boter – past best wel bij de S-Klasse – noch van vis – sorry maar de snuit van de nieuwe 7 Reeks, iemand? – maar nemen gewoon genoegen met een goed bord puree met VW-worst. Laat dat dan maar voor deze A8 staan: niemand haalt er zijn neus voor op en niemand noemt hem ooit zijn favoriet, maar hij is wel verduiveld goed in wat hij doet… Zonder dat hij erover moet lopen stoefen.