Het afgelopen kwartaal was een recordkwartaal voor Tesla, want nooit eerder leverden de Amerikanen zo veel auto’s op drie maanden tijd. Dat hebben ze echter maar te danken aan twee van hun modellen: de Model 3 en de Model Y — niet toevallig hun goedkoopste auto’s. De andere helft van het gamma was toen namelijk goed voor nog geen 5 procent van die leveringen, want voor een Model S of Model X moet je tegenwoordig ruim 100.000 euro over hebben… Tenzij je in de US of A woont.

Begrensd door software?

Op zijn thuismarkt heeft Tesla namelijk een nieuwe versie voor de Model S en X voorgesteld, en die voegt niet — zoals de Plaid — nog meer vermogen toe. In de plaats daarvan krijgen de grootste twee EV’s van de fabrikant gewoon minder rijbereik én minder kracht. Zo houdt de Model S ‘Standard Range’ het bij hoogstens 515 kilometer in de plaats van 634 kilometer, en snelt hij niet in 3,2 seconden naar de 100 km/u maar wel in 3,7 seconden. Voor de Model X ‘Standard Range’ gaat het rijbereik van 576 naar 433 kilometer en de acceleratie van 3,9 naar 4,4 seconden. Over de accu’s of de motoren verklapt Tesla niks, maar de kans zit er dik in dat die ongewijzigd blijven maar gewoon softwarematig begrensd worden.

In de VS vraagt Tesla in beide gevallen precies 10.000 dollar minder voor de Standard Range, omgerekend 9.200 euro. Dat zou de Model S in onze contreien alvast weer minder dan 100.000 euro doen kosten, want momenteel moet je voor het minst dure exemplaar — dat dan dus tot ‘Long Range’ omgedoopt zou kunnen worden — nog 108.470 euro betalen. Het staat echter niet vast dat de goedkopere versies de oversteek naar Europa wagen, al zou het niet verwonderlijk zijn. Voorheen waren er namelijk al zwakkere Model S- en X’en verkrijgbaar in onze contreien, zoals de 85D en aanvankelijk zelfs de 60 met ocharme 306 pk’tjes.