Je hebt het misschien al opgemerkt: het is al even stil bij Seat. Waar andere merken binnen het Volkswagen-concern naarstig sleutelen aan een — veelal elektrische — toekomst, is het alweer even geleden dat ze bij Seat zelfs maar gesproken hebben over een nieuw model. Zelfs zustermerk Cupra, dat tot voor kort nog vertrouwde op Seat-modellen om zijn sportievere varianten op te baseren, lijkt de laatste tijd met meer nieuwigheden naar buiten te komen dan zijn nochtans bekendere landgenoot. De topman van Seat heeft nu laten vallen wat de redenen daarachter zijn.

Alles onder Cupra?

Op een persconferentie van het merk leidde het Duitse Handelsblatt namelijk uit een reeks uitspraken van de voorzitter, Wayne Griffiths, af dat het niet zo goed gaat met Seat. In de voorbije twee — toegegeven: moeilijke — jaren bleek de constructeur verlieslatend te zijn, en volgens de topman is de financiële toestand op zo’n punt gekomen dat het merk zich geen verdere verliezen kan veroorloven. Volgens Griffiths kan de redding gevonden worden in zustermerk Cupra, dat zich op een paar jaar tijd ontwikkeld heeft van een label dat sportievere Seats produceerde tot een apart merk met eigen — duurdere — modellen. En zoals ze bij de VW-groep maar al te goed weten, valt er op premium meer winst te boeken…

Bovendien zou Cupra volgens de voorzitter intussen al goed zijn voor ongeveer de helft van alle verkopen van het Spaanse duo, en dat terwijl Seat toch al ruim 70 jaar aan bekendheid geniet. In combinatie met die grotere winstmarges verklaart dat dus waarom Cupra wel al met concrete toekomstplannen naar buiten kwam — met bijvoorbeeld de elektrische Tavascan en een flinke plug-inhybride tegen 2024 — terwijl het bij Seat stil blijft. Sterker nog: de elektrische Born moest oorspronkelijk een Seat gaan worden maar werd uiteindelijk door Cupra weggesnoept. Als het zo verder gaat zit de kans er dus in dat Cupra op termijn de Seat-naam helemaal gaat vervangen.