Het één heeft natuurlijk met het ander te maken. Tesla plaatst vooraan een elektromotor van 224 pk die de voorwielen aandrijft, achteraan nog steeds de originele elektromotor van 476 pk voor de achterwielen. Het resultaat is een gecombineerde kracht van 700 pk én een aandrijving op alle wielen. Een sprintje naar de honderd klok je daardoor af in 3,2 seconden. Ja, dat las je goed, een elektrische sedan van zo'n 2.239 kg die menig supercar koude rillingen geeft.

Ten koste van de range

In een eerder gesprek met Tesla wisten ze ons al te vertellen dat ze geen heil zagen in meer pk's voor de reguliere modellen. Dat zou namelijk nefast zijn voor de range. Nu, voor dit D-model - het blijft een dieselachtige naam - valt het blijkbaar nog mee. De theoretische range zou van 458 km naar 442 km zakken. Een verschil van 16 km, iets dat je met elektrische wagens snel kan verliezen door even door te trappen.

De verdeling van de kracht over de twee motoren wordt door een systeem in het oog gehouden en is afhankelijk van de grip. Het is dus niet ondenkbaar dat bij gewoon rijden enkel de achterwielen (of voorwielen) worden aangesproken. Het is pas bij volle galop dat beide motoren volop batterij zuigen. En dat ziet er dan trouwens zo uit: