Na afloop van elk jaar krijgen we doorgaans een paar ranglijsten voorgeschoteld, en één van die ranglijsten is traditioneel gezien die van de grootste autofabrikanten. Daar stond vorig jaar Toyota aan de top, en dat was eigenlijk geen verrassing want het jaar voordien was dat ook al het geval, net als het jaar daarvoor. Eigenlijk doet Toyota het al héél lang héél goed, en de cijfers liegen er dan ook niet om.

Koning Corolla

Toyota heeft namelijk vol trots aangekondigd dat het zijn 300 miljoenste — of in cijfers, hou je vast: 300.000.000ste — auto gebouwd heeft. Dat deed het stiekem al in september, waardoor je er van uit kan gaan dat we inmiddels de 300.000.001 al gepasseerd zijn. Om dat aantal te bereiken had de constructeur trouwens 88 jaar en een maand nodig, want op 25 augustus 1935 rolde hun eerste voertuig — een Toyota G1 vrachtwagen — van de band. Het duurde tot 1997 voor Toyota 100 miljoen auto’s zou bereiken en de 200 miljoen kwam sneller op de teller: in 2012. Nu heeft Toyota daar op een dikke 11 jaar tijd dus nog eens 100 miljoen auto’s bovenop gegooid.

Het grootste deel van die auto’s waren — je raadt het al — Corolla’s. Met alles samen dik 53 miljoen stuks is die niet alleen goed voor één op zes geproduceerde Toyota’s, maar blijft hij ook ronduit de bestverkochte auto in de geschiedenis van auto’s… En die titel lijkt de Corolla niet snel te gaan opgeven. Zo was hij vorig jaar toch maar weer de op één na bestverkochte auto ter wereld, en de enige die hij voor zich moest laten gaan was ook een Toyota: de RAV4.