Spoel even terug naar de late jaren ’20 — en nee: wij waren er toen ook nog niet bij. Ene Walter Owen Bentley was er destijds echter wel nog en wat de beste man het meeste van al wilde, was meer successen halen in de racerij. Daarom bedacht hij de Bentley Speed Six, een auto die de nieuwe 6.5-liter zes-in-lijnmotor combineerde met een chassis dat iets korter was dan dat van de burgerlijke Bentley’s. De Speed Sixes wonnen er de 24 Uur van Le Mans mee in zowel 1929 als 1930, en nu kan je precies voelen hoe dat destijds geweest moet zijn.

Tien maanden precisiewerk

Bentley heeft namelijk het eerste exemplaar van zijn Speed Six Continuation Series onthuld en als je niet beter zou weten, zou je zweren tegen een bijna 100 jaar oude auto aan te kijken. Dat zou er dan wel eentje moeten zijn in bizar goede staat, want alles aan deze Bentley is nagelnieuw. Zo worden de continuation cars gebouwd volgens de originele plannen en fabrieksnotities, maar valt er dus geen oud onderdeel op de auto’s te bespeuren. Dat geldt eveneens voor de 6.5-liter grote zes-in-lijnmotor, die zo’n grondige imitatie is dat hij amper 5 pk’tjes scheelt ten opzichte van een originele motor uit een raceklare Speed Six. Dat zijn dan wel 5 pk’tjes meer, goed voor tegenwoordig 205 pk.

Met zoveel vakmanschap kan je je dus wel voorstellen dat het even duurt om zo’n nieuwe Speed Six te bouwen en inderdaad: het team van Bentley’s Mulliner-afdeling doet er tien maanden per stuk over. De oplage blijft dan ook beperkt tot dertien exemplaren, waarvan de auto in de beelden bedoeld is voor testwerk en de volgende twaalf naar klanten gaan. Reken er dus maar op dat je er een flink bedrag voor moet neertellen, al weten ze bij Bentley inmiddels uit ervaring dat dat geen probleem hoeft te zijn. Zo deden ze hetzelfde kunstje al eens met de Bentley Blower, en die continuation cars waren alle twaalf al de deur uit voor het ding zelfs maar aan het grote publiek getoond was.