Amerikaans president Trump gelooft niet in het verstrengen van de emissienormen. Tot groot ongeloof van verschillende diensten en bewegingen die zich inzetten voor een beter milieu. De Associated Press ontdekte in een wetsvoorstel van de regering de redenering voor het niet verstrengen van de normen.

In het voorstel wordt namelijk geclaimd dat door de uitstootstandaarden te bevriezen op het niveau dat merken in 2020 moeten halen er jaarlijks 1.000 levens kunnen worden gered. De redenering daarachter is dat automerken auto's goedkoper kunnen houden (door simpele mechaniek te blijven gebruiken) waardoor elke Amerikaan een nieuwe auto moet kunnen betalen. Dat zorgt er dan weer voor dat meer mensen met een nieuwe en veilige auto kunnen rondrijden.

Doen je hersenen al pijn? Dan gaan we naar het volgende denkniveau van Trump's administratie. Zo stelt het dat door auto's een hoog verbruik te geven (lees: dus ook een hoge uitstoot) mensen minder met de auto zouden rijden, waardoor er minder auto's op de baan zijn die ongevallen kunnen veroorzaken. Ja, dat heb je net gelezen. Kortom; vervuilende auto's zijn het beste wat de Amerikaan kan overkomen.

Californië op haar plaats zetten

Westelijke staat Californië verzette zich eerder al tegen de ideeën van de regering en nam het op zichzelf om strengere regels voor te leggen. De California Air Resources Board pleit namelijk dat de staat automerken verplicht een gemiddelde vlootwaarde van 6,5/ 100 km te halen. Niet naar de zin van de administratie van Trump. Het plant dan ook de lokale Californische wet te verbieden en de staat te verplichten de normen van de VS te hanteren.

De norm die de VS trouwens wil halen de komende tien jaar zit ergens rond de 8 l/ 100 km. Vanaf dat niveau zijn auto's on-efficiënt genoeg om levens te besparen. Begrijpen wie begrijpen kan...