Nieuwe koplampen, een andere grille en nieuwe bumpers. Zo kunnen we de nieuwe E-klasse onderscheiden van de pre-facelift modellen. Het blijft een statige en stijlvolle verschijning, zeker in het bruin.

De E-klasse break meet net 4.905 mm lang. We zouden het hem niet meegeven maar het is nog de kleinste van drie Duitse premium-stationwagons, toegegeven wel maar met enkele centimeters. In kofferruimte is hij wel de grootste, met voorsprong. Met alle zetels in hun normale positie slikt de E-klasse koffer 695 liter, dat is 135 liter meer dan de BMW 5-reeks en zelfs 140 meer dan de A6 Avant. De ruimte is ook pakken bruikbaarder met een tildrempel die maar 570 mm hoog is, 50 mm lager dan de concurrentie.

Statige luxe

Alhoewel hij er met zijn facelift een pak frisser uitziet blijft de E-klasse geen wagen met een jong imago, en dat merken we ook in het interieur. Als je plaatsneemt in de uitstekend zittende zetels valt allereerst de houten inleg op en het analoge klokje. Het hout geeft een speciaal effect omdat het een vernislaag ontbreekt. Niet direct onze smaak, maar we begrijpen het.

De E-klasse is goed om te rijden, maar nog beter om in gereden te worden. Zelfs op de achterbank hebben de passagiers een zee aan ruimte. Met de geblindeerde ruiten voelen de passagiers zich zelfs extra speciaal.

De Mercedes stoeft niet met zijn hybride capaciteiten. Geen stickers, geen prentjes van bomen en dieren op het dashboard dat aangeeft hoe we rijden. Allemaal niet nodig. Het enige dat er langs buiten op wijst dat we met een hybride onderweg zijn, is de 'BlueTec Hybrid' benaming op de kofferklep, en die benaming mag er van ons gerust afgelaten worden, om de simpele reden dat deze de helft van de achterkant in beslag neemt.

Tijdens het rijden zelf merk je ook amper dat je met een hybride onderweg bent, althans, dat was toch de bedoeling van Mercedes. In praktijk is het iets anders. Onder de motorkap vinden we eigenlijk een 250 CDI met 201 pk terug. Voor de gelegenheid wordt deze echter bijgestaan door een elektromotor van 26 pk.

Waar de meeste dieselhybrides zoals de Peugeot 508 Hybrid4 en de Volvo V60 Plug-in Hybrid de elektromotor gebruiken om een andere as aan te drijven moeten ze daar bij Mercedes niets van weten. Zowel de elektro- als de conventionele verbrandingsmotor drijven de achteras aan. Dit lukt dankzij de natte koppeling die toelaat om de dieselmotor volledig uit te schakelen.

Niet perfect

De dieselmotor wordt automatisch uitgeschakeld bij snelheden onder de 35 km/u en bij het coasten tegen autostrade snelheden. Als je echter nog maar aan het gaspedaal denkt, schiet de dieselmotor al in actie. Bij het inhalen of snel weg rijden durft de automatische versnellingsbak in combinatie met de twee motoren zelfs blijven hangen waar hij niet goed weet wat hij moet doen. Eenmaal hij door heeft dat je voorbij wil steken krijg je 590 gecombineerde Newtonmeters onder je kont. Daar gaat het rustige karakter van de wagen.

Om de totale kracht van de E300 BlueTec Hybrid te berekenen mogen we niet gewoon de cijfers van de elektromotor bij die van de dieselmotor tellen. 780 Nm klonk al te goed om waar te zijn. Bij hard accelereren beschikken we echter nog steeds over 231 pk en 590 Nm, meer dan genoeg om de 1.855 kg zware break vooruit te laten gaan.

100 km/u bereik je vanuit stilstand in 7,8 seconden en de topsnelheid is 232 km/u. Snel is hij wel, in een rechte lijn, maar sportief rijden is wat tegen zijn zin. Dit komt voornamelijk dankzij de hybride aandrijflijn die dikwijls wat in slaap durft te sukkelen.

Waftability

Waftability. Met dit Rolls Royce woord kunnen we deze E300 BlueTec Hybrid het best omschrijven. Waften met een verbruik van 6,1 liter in een gigantische 200pk sterke break. Een pak meer dan de opgegeven 4,5 l/100km maar niettemin indrukwekkend voor een wagen van deze grootte. De CO2-uitstoot bedraagt een evenzeer indrukwekkende 119 g/km.

Een beloftevolle motorisatie maar spijtig genoeg nog met enkele fouten die al te dikwijls roet in het eten gooien. Het prijskaartje is al bijna even lang als de wagen zelf, maar dat is te danken aan de talloze veiligheidssystemen en de full-LED koplampen. Als we de keuze gesteld krijgen zouden we toch eerder voor een 250 CDI gaan en enkele duizenden euro's uitsparen.