De Trabant is onlosmakelijk verbonden met Oost-Duitsland en de val van de muur. In productie sinds 1957 door VEB Sachsenring Automobilwerke Zwickau werd hij al snel de meest voorkomende auto aan de andere kant van de muur dankzij zijn lage prijs. Gecommercialiseerd als een redelijke snelle gezinswagen veroverde de Trabant alle wegen, al kwam er van dat redelijk snel gedeelte weinig in huis. Onder de motorkap lag een inefficiënte tweetaktmotor die benzine dronk alsof het gratis was en een rokende uitlaat waar een bruine kroeg bij zou verbleken.

Op 9 november 1989 werd de Trabant een echt icoon, want toen onder veel gejoel de grensovergangen één voor een opengingen staken velen voor het eerst in dertig jaar de Bösebrücke vlot over. Net zoals aan andere grensovergangen waren de koekendozen sterk vertegenwoordigd, vol mensen en heel hun hebben en houden. In de opeenvolgende weken en maanden propten nog meer Oost-Duitsers al hun bezittingen in hun Trabant op weg naar West-Duitsland, met een speciale milieutoelating want hun Trabant stootte immers vier keer het Europese gemiddelde uit. Enthousiastelingen deden het hele gebeuren afgelopen weekend over, voor allen een emotioneel moment.

De Trabant was in totaal dertig jaar in productie met bijna vier miljoen verkochte modellen en is sindsdien een populair verzamelobject. Zo goed als verdwenen uit het straatbeeld maar nog steeds diep verbonden met de val van de muur.