Samen met het Britse Connected Energy heeft Renault werk gemaakt van een oplaadsysteem voor elektrische wagens via batterijen. Wat het voordeel daarvan is ten opzichte van een stevige elektriciteitskabel rechtstreeks van het net richting een oplaadpunt te sturen? Het lagere prijskaartje. Waardoor er plots oplaadpunten kunnen ontstaan op plaatsen waar er maar sporadisch een elektrische wagen passeert.

Dat is althans de beweegreden achter deze samenwerking. Zo levert Renault zogenaamde second life-batterijen (lees: batterijen die eigenlijk afgeschreven zijn of richting de schroot gaan) die Connected Energy implementeert in haar E-STOR-oplaadpunt. Het geniale hieraan is dat die batterijen via een gewone kabel aangesloten worden op het elektriciteitsnet. Waardoor er geen duur kabelwerk aan te pas komt om een hogestroomverbinding te creëren met het net. Hang je er een elektrische wagen aan vast, dan zullen de batterijen evenwel aan een sneltempo hun energie afgeven aan de batterijen in je elektrische wagen.

Het maakt dat het systeem ideaal is voor locaties waar er geen hoge vraag is aan oplaadpunten. Want het opladen van het punt gaat traag maar de afgifte van energie gaat snel. Denk kleine dorpjes in West-Vlaanderen of Wallonië. Momenteel staat er ééntje in Duitsland en - belangrijker - op de E411 aan Wanlin/Houyet. Je weet wel, die autostrade die je neemt om op reis te gaan richting Frankrijk.