Koenigsegg maakt auto’s voor stinkend rijke liefhebbers, maar bij de introductie van de Gemera verslikten die zich misschien toch even in hun schuimwijn. Dat nieuwe model mocht dan namelijk wel 1.700 pk gaan ophoesten, maar moesten al die welgestelden echt zitten luisteren naar een driecilindermotortje? Dat moeten ze helemaal niet, blijkt uit de recentste aankondiging van de CEO… Of tenminste: indien ze nog aanzienlijk dieper in de buidel willen tasten.

Geld en geduld

Christian Von Koenigsegg heeft namelijk het boekje open gedaan over de aankomende Gemera, en daar kwam de beste man blijkbaar een paar pagina’s tegen waar we eerder het bestaan niet van mochten afweten. Zo verklapte de CEO dat de Gemera met de hybride aandrijflijn op basis van een 2.0-liter driecilinder niet de enige zal blijven. Hij krijgt gezelschap van een exemplaar dat dezelfde drie elektromotoren combineert met de 5.0-liter twinturbo-V8 uit de Jesko, en dat heeft zo zijn gevolgen voor de prestaties. Die zijn al niet verkeerd in de driepitter-Gemera met zijn 1.700 pk, maar de V8-variant moet het schoppen tot wel 2.300 pk. Over de rest van de cijfers blijft het voorlopig stil, maar reken er maar op dat de nieuwkomer nog een paar tienden af de op zich al absurde 0-naar-100-tijd van 1,9 seconden schaaft.

Von Koenigsegg wist meteen ook al te melden wat die grotere motor met de prijs van de Gemera zou doen. Die gaat namelijk nog eens een kleine 400.000 euro de hoogte in, van 1,5 miljoen voor de driecilinder naar zo’n 1,9 miljoen voor de V8. Zelfs dan moet je echter nog flink wat geduld kunnen oefenen, want je ontvangt je Gemera niet van vandaag op morgen. Hoewel het model namelijk al voor het eerst getoond werd in 2020, staan de eerste leveringen pas gepland voor 2025.