Rijtest: Jaguar E-Pace P300e (2023)

Rijtest Jaguar E-Pace P300e 2023

Zeg je premium, dan denk je waarschijnlijk als eerste aan de Duitse Drie: Mercedes, BMW en Audi. Ook Jaguar speelt echter nog steeds mee, zij het met een enigszins verouderd gamma. Maakt dat hun modellen irrelevant? Wij zochten het uit achter het stuur van de plug-inhybride E-Pace P300e.

Laat ons beginnen met een publiek geheimpje: Jaguar bevindt zich momenteel in een soort van automobiele winterslaap. Tegen 2025 wil het merk zichzelf namelijk grondig heruitvinden als zuiver elektrische Bentley-tegenhanger, dus tot dan hoeven we geen volledig nieuwe modellen te verwachten. Dat betekent dat Jaguar het nog twee jaar moet uitzingen met een gamma van auto’s die nu tussen de negen jaar (XE) en de vijf jaar (I-Pace) oud zijn, en dat maakt de Britten tot absolute experts op het gebied van facelifts en updates. Getuige deze E-Pace, Jaguars antwoord op pakweg de BMW X1 en Volvo XC40 .

De goede, oude tijd

De Jaguar E-Pace werd gelanceerd in 2017 en kreeg intussen al een aantal updates. Die voegden verduisterde varianten toe of gaven de efficiëntie een kleine boost, maar de meest ingrijpende wijziging vond in 2020 plaats. Toen werd niet alleen deze plug-inhybrideversie aan het gamma toegevoegd, maar werden de looks van alle E-Paces ook aangescherpt om er weer een aantal jaartjes tegenaan te kunnen. Drie jaar na datum lijkt die ingreep best wel zijn werk gedaan te hebben, want de E-Pace is nog steeds een knappe verschijning. Vooraan turen zijn koplampen bijvoorbeeld even stoer voor zich uit als ooit tevoren, terwijl je hem van achteren gezien zou kunnen verwarren met de duurdere F-Pace.

Rijtest Jaguar E-Pace P300e 2023

Dat laatste geldt ook binnenin de E-Pace, want daar werd het stuurwiel één-op-één overgenomen uit het grotere SUV-broertje. De rest van de cabine is wel uniek, maar de algemene sfeer van exclusiviteit en kwaliteit blijft behouden… Zolang je niet te hard naar imperfecties gaat zoeken, wel te verstaan. Net als bij elke auto in dit segment moet er namelijk hier en daar beknibbeld worden, en zo voelen heel wat materialen in de lagere regionen van de cockpit soms wat goedkoop aan. Daar word je gelukkig wel vakkundig van afgeleid door de knappe lederen bekleding hogerop, terwijl het gebogen 11,4-inchscherm in de middenconsole vergezeld wordt door twee lekker handige draaiknoppen voor de klimaatregeling… Zoals in de goede, oude tijd.

Laden is de boodschap

Onderhuids is deze P300e-versie van de E-Pace echter helemaal bij de les, want dat is de plug-inhybride van het gamma. Die combineert een 1.5-liter driecilindermotor op benzine met een elektromotor op de achteras, wat er een vierwielaangedreven SUV van maakt zolang er stroom in je accu zit. Is die leeg, dan stuurt de verbrandingsmotor op zich 200 pk naar de voorwielen terwijl de elektromotor er anders 109 pk aan kan toevoegen. Het totaalplaatje piekt op die manier op 309 pk, goed voor een 0-naar-100-sprintje in 6,5 seconden.

Rijtest Jaguar E-Pace P300e 2023

Dat kroont deze P300e meteen ook tot de snelste E-Pace van het gamma, al legt hij door de toevoeging van al die elektronica wel zo’n 300 kilogram extra in de weegschaal. Dan maak je dus maar beter gebruik van die elektronica, en dat doe je natuurlijk door de 15 kWh-batterij braaf op te laden. Eens vol geeft Jaguar een elektrisch rijbereik op van 59 kilometer, al komt daar natuurlijk wat wishful thinking bij kijken – om het op z’n Brits te zeggen. Wij haalden er bijvoorbeeld 44 kilometer uit bij rustig rijgedrag, wat op zich ook al niet verkeerd is. Daarna zorg je echter maar beter dat je als de bliksem terug gaat laden, want zonder stroom is de E-Pace niet bepaald zuinig. Zo zaten wij na 100 kilometer rijden op één laadbeurt alweer aan 5,8 l/100 km, en bij langer doorrijden steeg het verbruik tot boven de 8 l/100 km.

Verrassend dynamisch

Je kan het hybridesysteem van de E-Pace er nochtans niet van beschuldigen zijn best niet te doen, want het brein schakelt naadloos over op de elektromotor bij iedere kans die zich voordoet. Daar stopt de Jaguar enkel mee wanneer je de aandrijflijn in de sportstand plaatst, want dan combineert hij alle kracht die hij kan vinden om je een zo dynamisch mogelijke rijervaring te bieden. Daar komt de E-Pace wonderwel mee weg, want zijn balans blijft best voorspelbaar terwijl het stuurgevoel tegelijk zacht en snedig weet te zijn. Dat geldt ook voor de ophanging, die bij sportiever rijgedrag stabiliteit biedt en bij rustig rijgedrag oneffenheden mooi wegfiltert… Puik werk dus.

Rijtest Jaguar E-Pace P300e 2023

Verder valt er ook binnenin de E-Pace best goed te leven. Zo is zijn cockpit dankzij die deels fysieke sneltoetsen niet alleen handig in gebruik, maar valt er ook achterin weinig te klagen. De koffer is dan weer niet de allergrootste in het segment met zijn capaciteit van 494 liter, en daar laat de plug-inhybride ook een paar tientallen liters liggen ten opzichte van zijn stekkerloze varianten. Dat verlies schuilt echter onder de koffervloer, en gelukkig is Jaguar wel zo vriendelijk geweest om daar wat ruimte te laten voor die anders rondslingerende laadkabels.

Betalen voor exclusiviteit

Het enige waar je wel even over moet geraken, is de vanafprijs van zo’n E-Pace. Die begint namelijk al bij 49.100 euro voor een dieseltje, en een plug-inhybride P300e kost je zelfs minstens 63.200 euro. Dat is, ter vergelijking, niet gewoon meer dan wat je voor een Volvo XC40, een BMW X1 of een Mercedes GLA als plug-inhybride moet neertellen, het is véél meer. Je kan zelfs een aanzienlijk grotere Audi Q5 met een stekkerpoort kopen voor bijna dezelfde prijs, maar daar wordt meteen duidelijk waarin het verschil schuilt.

Rijtest Jaguar E-Pace P300e 2023

Voor dat geld krijg je die Audi namelijk mee met stoffen zeteltjes en enkel parkeersensoren achteraan, terwijl je Jag’ standaard voorzien wordt van elektrisch verstelbare zetels met lederen bekleding, knappe velgen, adaptieve cruise control en een achteruitrijcamera. Verder teert Jaguar waarschijnlijk waarschijnlijk nog wat op zijn exclusievere imago dan pakweg een BMW of ‘Benz, en voor exclusiviteit betaal je natuurlijk ook. Of dat die meerprijs ten opzichte van zijn vaak modernere concurrenten verantwoordt, laten we aan jou over.

Conclusie

Zes jaar na zijn lancering is de Jaguar E-Pace eigenlijk nog steeds een geduchte concurrent. Hij ziet er goed uit, biedt voldoende comfort en binnenruimte, stuurt best scherp en is als P300e plug-inhybride ook fiscaal interessant. Alles wijst er dus op dat deze SUV het merk mee staande kan houden tot het in 2025 op de proppen komt met een zuiver elektrisch, meer exclusief gamma. Enkel op vlak van prijs lijkt de E-Pace zich misschien al iets te veel bij die laatste ambitie aan te sluiten.

Specificaties

Motor

1.5-liter driecilinder turbobenzine + elektromotor

Vermogen

309pk

Koppel

540 Nm

Overbrenging

8-trapsautomaat

Aandrijving

vierwiel

Gewicht

2 098 kg

Topsnelheid

216 km/u

Prijs basismodel

€ 63 200.00

0 tot 100 km/u

6.50 sec

Gemiddeld testverbruik

5.80 L/100km

Min. kofferinhoud

494 L

CO2-uitstoot

32 g/km

Laatst gepubliceerd

Reacties

Uw reactie

Recente reacties

acce 2024

Laatste rijtesten

Alle rijtesten

Laatste reportages

Alle reportages

Laatste nieuws

Alle nieuws