Voor onze neus een appelsienoranje Volkswagen. Was het niet dat je hem aan zijn badges herkent, je zou bijna denken dat het om een Seat Ibiza gaat. Niet moeilijk, want beide wagens delen hetzelfde MQB A0-platform, net als de Volkswagen T-Roc, Audi Q2, en de pas voorgestelde A1. Volkswagen schudde een design uit de mouw dat nog altijd vrij braaf oogt, maar waar wel iets guitigs in zit. Ligt het aan de vouw over de flank, of aan de extra strip tussen de koplampen?

Hem onderscheiden van zijn voorganger is niet zo moeilijk als op het eerste zicht lijkt, ook al hebben ze meer gemeen dan zijn voorganger had met de generatie ervoor. Nochtans is de nieuwe 8 centimeter langer en 7 centimeter breder tegenover zijn voorganger, iets wat we straks gaan voelen, eens we gaan rijden. Met zijjn lengte van 4,05 meter is hij overigens 2 centimeter langer dan de Golf III uit 1992. Die algemene 8 extra centimeters en 10 extra centimeters in de wielbasis zorgen ervoor dat de Polo beter in proportie is als vijfdeurs. Een geluk, want een driedeurs Polo wordt niet meer aangeboden. Wie kocht dat nu ook nog tegenwoordig?

bijna-referentie

Met 351 liter bagageruimte heeft de Volkswagen Polo slechts 4 liter stouwcapaciteit minder dan een Seat Ibiza, zowat de referentie in de categorie vandaag. Ook achterin voel je de extra lengte van de wagen; de achterste inzittenden krijgen een ruimte die voor deze klasse eerder ruim te noemen is. Net als bij de Up! kiest Volkswagen afhankelijk van het uitrustingsniveau voor een boordplank in een kleurtje, waardoor een saai interieur tot het verleden behoort. En dat kunnen wij alleen maar toejuichen, want het grijs in dit interieur oogt wat ... kleurloos. Het infotainmentsysteem krijgt een touch screen, wat zorgt voor vette vingerafdrukken op de middenconsole. Grappig was de vraag of er dan geen navigatie in onze Polo zit. Want het hele scherm mag er wel high tech uitzien, navigatie is nog niet op elke versie beschikbaar.

Het aanbod aan motoren in de Polo is uitgebreid, zeer uitgebreid. Van 65 tot 115 pk in de éénliter, al dan niet met turbo, tot 150 pk in de 1.5 TSI, terwijl de Polo GTI een 2.0 TSI met 200 pk voert. Het dieselaanbod is sterk geminderd, de 1.6 TDI is de enige variant, met 80 tot 95 pk.

pittig blok

Onder de kap van onze Polo zit de 1.0 TSI met 95 pk. Geen dood vogeltje, maar je kan hem wel goed horen als je hem vraagt om te werken. Minder hard dan bij de vorige generatie, dat wel. Maar hij werkt graag, die 1.0, in combinatie met de DSG-7 versnellingsbak stelt hij je alvast niet teleur. Het verbruik van deze benzine valt daarbij ook goed mee, want omdat de DSG altijd op zoek gaat naar een laag toerental om bij rond te bollen, hou je het uit met 5,5 l/100 km.

En dat rustige rijgedrag en lage verbruik zijn troeven van de Polo, want in zijn gewone trim zal hij nooit de snelle ridder worden die de GTI is, zelfs niet met 150 pk. Het onderstel is daar ook niet op ingesteld. Op z'n Volkswagens gaat men op zoek naar het meest neutrale rijgedrag met een lichte voorkeur voor comfort. Dat wil zeggen dat de demping wat zachter is, ten nadele van de scherpte op de baan. Het is echter een lichte voorkeur, waardoor alles aangenaam blijft tijdens het rijden. Ook hier verbetering, want de vorige generatie Polo voelde minder comfortabel aan op oneffen wegdek.

kaartjes hangen

Gaan we naar het prijskaartje kijken, dan zien we dat Volkswagen de Polo buitenrijdt vanaf 14.990 euro. De Highline waar wij mee reden heb je vanaf 19.200 euro, met nog een extra 1.400 euro voor de DSG versnellingsbak. Tel daar nog wat opties bij en je zit aan 24.095 euro. Voor een Polo. Zonder navigatie.

conclusie

De zesde Polo wordt opnieuw wat meer volwassen, je vraagt je soms af of dat ooit stopt. De kleine hatch neemt de veiligheids- en technologische snufjes van de Golf over en combineert dat met een ietwat spannender design. Wil je iets hip, dan moet je tegenwoordig naar de T-Roc, maar de Polo is zeker niet meer de saaiste auto uit het pak. Met de 95 pk versie van de 1.0 toont onze testwagen zich in de juiste combo voor de Polo.