Nu de coronamaatregelen langzaamaan uit ons leven verdwijnen, gaan we met z'n allen weer vaker de baan op. Dat betekent dat we dus weer in de file komen te staan, en dat gaat gepaard met de nodige stress. Meer stress dan elders, zo blijkt, want uit de jaarlijkse barometer 'Verantwoord Rijgedrag' van de Fondation Vinci blijkt de Belg koploper te zijn op het gebied van verkeersfrustraties.

De eeuwige richtingaanwijzer

Zo zit volgens die bevraging minder dan de helft van de Belgische bestuurders stressvrij achter het stuur: amper 47 procent. De rest ondervindt dus frustraties in het verkeer, en dat zou wel eens de oorzaak én het gevolg kunnen zijn van de andere bevindingen die uit dat onderzoek naar boven komen. Zo vertraagt 63 procent van de ondervraagden niet voldoende wanneer er wegenwerken zijn, parkeert één op vijf wel eens los op een fietspad en laten we enkel de Spanjaarden en de Grieken achter ons als het op overmatig claxonneren aankomt. Bovendien slaagt iets meer dan de helft er niet in om het gebruik van de richtingaanwijzer onder de knie te krijgen, iets dat eerder dit jaar nog naar buiten kwam als één van de meest frustrerende fouten in het verkeer.

De Fondation Vinci organiseert jaarlijks een dergelijke bevraging, waarbij in dit geval 12.400 automobilisten uit 11 Europese landen onder de loep genomen worden. Daarbij kwamen wij Belgen dus als slechtste uit de klas, en dat is niet voor het eerst. Ook vorig jaar eindigden we op de 11de plaats, en toen kwam een opvallende tendens naar boven in de voornaamste redenen om de regels te breken. Zo gaf 60 procent aan dat de Belgische verkeersregels vaak niet coherent genoeg zijn, maar wanneer ze die wél volgen deden ze dat voornamelijk omdat ze gewoon geen boete wilden betalen. Een jaar later blijkt dus nog steeds: iemand die iets doet waar die niet in gelooft, is een gefrustreerd iemand.