EFuels zijn zelden zo veel besproken geweest als de voorbije maanden. Eerder dit jaar zou namelijk voor eens en voor altijd een verbod op verbandingsmotoren met ingang van 2035 ondertekend worden door de Europese lidstaten, maar één van hen stak daar op het laatste moment een stokje voor. Zo eiste Duitsland een uitzondering voor synthetische brandstoffen of e-Fuels, omdat die ondanks hun gebruik in verbrandingsmotoren toch over de hele lijn CO2-neutraal zouden zijn. Duitsland kreeg uiteindelijk zijn zin, en dat lijkt synthetische brandstoffen ook bij constructeurs uit andere landen wat meer in de kijker te hebben gebracht.

Vooral voor bestaande auto’s

Stellantis laat nu namelijk weten dat ze in de laatste fase zitten van grootschalige tests met eFuels. Zo zouden ze maar liefst 28 motorenfamilies onderworpen hebben aan tests op vlak van onder andere uitstoot, betrouwbaarheid, vermogen en verbruik. Het gaat daarbij om motoren die ten minste voldoen aan de Euro 6-norm, waaronder niet alleen toekomstige auto’s met verbrandingsmotoren van de Stellantis-merken vallen maar ook bestaande auto’s geproduceerd sinds pakweg 2014. Alles samen zijn die goed voor naar schatting 28 miljoen exemplaren, waar met de toepassing van eFuels in theorie zo’n 400 ton CO2 bespaard zou kunnen worden tussen 2025 en 2050.

Deze ambitie staat voor de duidelijkheid los van Stellantis’ andere toekomstplannen, want die blijven natuurlijk elektrisch. Zo hoopt het concern tegen 2030 alleen nog auto’s op stroom te verkopen in Europa, en heel wat van zijn merken — zoals DS, Opel of zelfs Alfa Romeo — kijken aan tegen nog vroegere deadlines. Stellantis zegt dus vooral te willen onderzoeken welke maatregelen er nodig zouden zijn om de auto’s die het al geproduceerd heeft compatibel te maken met synthetische brandstoffen, en de auto’s met verbrandingsmotoren die het tot dan sowieso nog had geproduceerd.