De Mégane verscheen voor het eerst op de markt in 2016 en zit dus halverwege zijn carrière. De facelift die hem nu te beurt valt, bevat enkele klassiekers uit het faceliftboekje. Zo noteren we onder meer led-koplampen die voortaan standaard zijn, een hertekende voorbumper met gewijzigd radiatorrooster en dito luchtinlaten, dynamische richtingaanwijzers achteraan, nieuwe koetswerkkleuren en velgdesigns. De GT Line wordt vervangen door een RS Line, die meer invloeden haalt bij de volwaardige Mégane RS.

Binnenin verschijnt er in de hogere uitrustingsniveaus een digitaal instrumentenpaneel van 10,2 duim groot, net als een nieuw verticaal tabletvormig infotainmentscherm. Dat is voortaan 9,3 duim groot. Verder werd het ontwerp van de middenconsole aangepast, met onder meer een nieuwe bediening voor de klimaatregeling. Nieuwe materialen en elektrische bedieningen maken het rijtje af.

Inhaalbeweging

Op vlak van rijhulp zit de autosector niet stil, dus de Mégane maakt daar een kleine inhaalbeweging. Zo verschijnt er snelweg- en fileassistentie, een combinatie tussen een adaptieve cruisecontrol en rijstrookhulp. De dodehoekwaarschuwing werd aangescherpt, de noodremhulp herkent voortaan ook voetgangers – altijd handig – en de rijstrookhulp houdt je voortaan beter op koers.

Motorgamma

De Fransen herschikken het motorgamma ook lichtjes. Het benzineaanbod bestaat uit de 1.3 TCe in versies met 115, 140 en 160 pk. De eerste twee hebben een manuele zesbak, de derde laat je kiezen tussen manueel schakelen en een EDC7, en de krachtigste versie doet het uitsluitend met een dubbele koppeling. Later dit jaar verschijnt er nog een 1.0 TCe met 120 pk. Het dieselaanbod is eenvoudig; de 1.5 Blue dCi beschikt over 115 pk en een EDC7 zeventrapsautomaat met dubbele koppeling.

De Mégane RS en Trophy krijgen dezelfde update, terwijl de 280 pk-versie verdwijnt. Tot slot maakt Renault van deze facelift gebruik om zijn plug-inhybride Mégane te introduceren, de E-Tech. De gefacelifte Renault Mégane verschijnt deze zomer op de markt.