De Valhalla ging oorspronkelijk als AM-RB-003 door het leven, een codenaam die de samenwerking met Formule 1-partner Red Bull Racing in de verf moest zetten. Het oorspronkelijke conceptmodel wordt in grote lijnen weerhouden voor de productieversie. Een hypercar met middenmotor dus, en met een kuip uit koolstofvezel. Ook voor het koetswerk hebben de Britten zoveel mogelijk koolstofvezel gebruikt, terwijl al te brutaal spoilerwerk wordt geschuwd. Toch is de aerodynamica uitgekiend, want bij 240 km/u genereert de Valhalla 600 kilogram aan neerwaartse druk.

Hybride V8

De luchtinlaat achterop het dak voedt de 4.0 V8 met twee turbo’s centraal achterin. Die is 750 pk sterk en drijft uitsluitend de achterwielen aan. Hij krijgt steun van twee elektromotoren: een op de vooras en een op de achteras. Die zorgen op hun beurt nog eens voor 204 pk (150 kW) aan vermogen, waardoor het systeemvermogen uitkomt op een imposante 950 pk. Volledig elektrisch is de Valhalla voorwielaangedreven, in andere situaties wordt het vermogen verdeeld. En jawel, tot 100 procent van het vermogen kan ook naar de achterwielen.

Een versnellingsbak met dubbele koppeling en acht verzetten kanaliseert het vermogen. Die bak heeft geen klassieke achteruitversnelling, maar gebruikt in plaats daarvan de elektromotoren. Het instantkoppel van die motoren zorgt voor een sprinttijd naar 100 km/u in amper 2,5 seconden. De topsnelheid bedraagt een waanzinnige 330 km/u, Aston Martin mikt op een Nürburgringtijd van 6 minuten en 30 seconden.

Beperkt elektrisch bereik

Over de batterij lost Aston Martin tot slot niet veel, behalve dat die een spanning van 400 volt heeft en dat je volledig elektrisch 15 kilometer ver moet geraken volgens de WLTP-cyclus. De CO2-uitstoot van de Valhalla moet volgens de Britten minder dan 200 g/km gaan bedragen.