Het was voor velen even stevig slikken toen de 2.3-liter viercilinder Ecoboost zijn weg vond onder de motorkap van de nieuwe Ford Mustang. Want de laatste keer dat een viercilinder krachtbron van dienst was in de Mustang associëren we met een periode van de ponycar die liever vergeten wordt. Het gevoel dat er niet een cilinder of twee/ vier ontbreekt steekt dan ook steeds de kop op. Toch is het volgens Ford the way to go. Tijd dus om het blok even virtueel uit elkaar te halen en te zien wat er nu net zo speciaal aan is.

Niet zomaar een instaptorretje

Dat het Ford daarbij menens is mag duidelijk zijn. Want waar bij de Mustang het blok nog bekeken kan worden als de sensibele instapmotor, is het in de Focus RS dé topmotor. Voor Ford is het dus niet zomaar een blokje dat de Mustang bereikbaar moet maken voor een groter cliënteel.

Feit is dat op papier de EcoBoost-motor een stuk interessanter is dan de klassieke V8. Wees eerlijk, 315 pk en 407 Nm aan koppel zijn geen cijfers om je over te schamen. Je kan bijgevolg niet zeggen dat de Mustang hiermee tekort schiet. Met een gewicht van 1.600 kilogram kan je er zeker van zijn dat je best snel weg bent aan de stoplichten.

Waar zit dan wel het grote verschil tussen de viercilinder en de stevige V8? De beleving. Want het geluid van een V8 kan je niet vergelijken met dat van een drukgevoede viercilinder. Al bewijzen merken zoals Mercedes met de A 45 AMG dat er best wel fijne klanken vallen te halen uit kleinere blokjes.

Hoe zit ie nu in mekaar?

De 2.3 liter EcoBoost is ontwikkeld voor chauffeurs die het beste van twee werelden willen. Enerzijds een optimale brandstof-efficiëntie, anderzijds het nodige vermogen zoeken. Meer nog, de vlakke en brede vermogenscurve laat toe dat dit blok over heel de breedte van het toerental een strakke acceleratie kan geven.

Het blok maakt gebruik van een Twinscroll turbolader omdat het gebruik van één turbo meer efficiëntie brengt dan een twee. De Twinscroll-technologie werkt door middel van een groot en een klein schoepenrad. Onderin toeren zorgt het kleine schoepenrad ervoor dat de turbo heel snel op toeren kan komen en ook snellere reacties kan geven op het gaspedaal. Wanneer de turbo eenmaal draait neemt het grotere schoepenrad over wanneer er meer vermogen wordt gevraagd van de motor. Kort door de bocht kan je zeggen dat het dus eigenlijk twee turbo's in één zijn.

Vector is dan weer de benaming voor het intelligente design van de inlaat en maakt dat het blok beter kan "ademen", minder CO2-uitstoot genereert, zuiniger rijdt en meer vermogen aflevert. Ook zijn de verbrandingsgassen van de cilinders afgeschermd van elkaar wat een zo zuiver mogelijke verbranding en doorstroom geeft naar de turbo. Resultaat hiervan is een stijging in koppel en een directere respons op het gaspedaal.

Het blok zelf is dan weer opgebouwd uit een aluminium cilinderblok dat met versterkte roestvrij stalen pinnen is vastgeschroefd en gebruik maakt van een een aluminium carterpan om de olie op te vangen.

Resultaat is dat dit 2.3-liter EcoBoost blok één van de meest geavanceerde viercilinderblokken is die op dit moment op de markt te verkrijgen is. De komende maanden zullen we zelf ondervinden of de theorie dan ook strookt met de praktijk. Zowel in de Mustang, als in de Focus RS.