Het moet gezegd, de M5-reeks van BMW is wat op z'n retour. Startte hij zijn carrière in 1985 nog sterk met steeds daaropvolgende straffere, snellere en comfortabelere inzendingen (Die E60 M5 met V10, iemand?), dan zit hij sinds 2011 wat met een identiteitscrisis. Een steeds zwaarder wordende schulp, groeiende dimensies en meer elentriek dan analoge dramatiek doen de M'er geen goed. De M-divisie in het algemeen niet, bij de weg - de M2 daarbuiten gelaten. Waar rivalen Mercedes en Audi kunnen pronken met bandenrokende sedans en hypersnelle stationwagens is de M5 gewoon de M5.

Buitensporig capabel, dat wel maar de tinteling die je kreeg bij de BMW's van weleer is wat verdwenen. Waardoor je meteen kan stellen; waarom nog duiten neerleggen voor een M5? Wel, we kunnen je geen ongelijk geven. Te meer omdat BMW tegenwoordig ook de M550i in de rangen heeft staan. Een tussenmodel zou je kunnen zeggen. Die het gat tussen de 540i met zes-in-lijn en de M5 met V8 dicht rijdt. Alleen heeft die gatrijder eveneens een V8 aan boord én is hij sneller dan de uitgaande M5. Jawel, dat lees je goed.

520d op de openbare weg...

Komt nog eens bij dat de M550i zich kan verhullen in een net maatpak zonder exuberante verluchtingsgaten aan de oksels en felle strepen over de mouwen. Van wat het publiek op de openbare weg er over weet is dit gewoon een 520d leasingwagen. Net zoals je de oer-M5 amper kan herkennen. Dé wolf in schapenvacht, deze M550i. Net zoals we onze snelle zakensedans graag hebben.

Toch zal het verwijderen van de badges je niet helemaal door het gezichtsveld van de kenners laten glippen. Want de blauwe remklauwen, zilveren zijspiegels en dito zilveren accenten aan de voorste luchtinlaten geven prijs dat er V8-kracht onder de kap prijkt. Ook al hang je voor de gein een 20d-badge achterop.

...M5 in het geniep

Wat deze M550i je dan weet te bieden? Een soort van M5-light ervaring. Al is dat wat oneerbiedig, want niet enkel sprint deze subtiele sedan in 4 seconden naar de honderd, hij is daarmee ook nog eens sneller dan alle vorige generaties M5. Toch komt het daar op neer. Om je een idee te geven; de nieuwe generatie M5 doet het met een 4.395 cc grote twin-turbo V8 die vanaf 1.800 opm zijn volle koppel via de 8-trapsautomaat naar de xDrive-vierwielaandrijving stuurt. De M550i is buiten een aangepaste compressieverhouding (en ECU) identiek, tot op de cc. Het resultaat? 600 pk en 750 Nm voor de M5, 462 pk en 650 Nm voor de M550i.

Wederom, bijna 500 pk en 650 Nm in een 5 Reeks dat eigenlijk geen M-model is. Het moet toch niet gekker gaan worden? Het resultaat is dat de M550i aan de stoplichten alles achter, naast en onder zich laat dat nog maar in een weide omtrek present tekent. Dit met een ongeziene finesse en twee-vingers-in-de-neus-mentaliteit. Bijna saai wordt het om in al die rust iedereen het nakijken te geven. Voor drama ben je hier niet aan het juist adres. Ook al pompt BMW in de sportstand een digitale V8 soundtrack door de luidsprekers.

De wetten van de bocht

Een slagschip met daadkracht in een rechte lijn dus maar valt er ook binnendoor wat te spekken? Wel, zoals we al vaker hebben geschreven over het E-segment begint de 5 het slachtoffer te worden van zijn eigen dimensies. Je kan hemel en aarde verzetten met technologie om het te verbergen maar op het einde van de dag blijft dit 1.8 ton aan 5 meter lang metaal. Koppel kan dat in een recht lijn maskeren maar in de bochten spelen er andere natuurwetten. Willen we zeggen dat de M550i daardoor plomp en ondermaats door het rurale hinterland vliegt?

Nee, eerder berekend en digitaal. Met een set-up die duidelijk op 'veilig' onderstuur dan op speels overstuur mikt en remmenwerk dat misschien net dat tikkeltje straffer voor de dag mag komen. De vierwielaandrijving is in combinatie met de 8-trapsautomaat van ZF foutloos, dat moeten we grif toegeven maar daardoor eens te meer berekend. Er hangt een zweem van berekende vaagheid over alle elementen, waardoor je moet vertrouwen op de techniek en niet op je kunde, getuige de vierwielsturing. Bestaat er zoiets als een té complementaire afstelling? De M550i bewijst van wel. Laat die sportstanden dus voor wat ze zijn en geniet van de power on demand wanneer je in volle comfort een reis rond de wereld maakt.

Als er leven is op mars... de M550i rijdt het de snot voor de ogen

Meteen ook één van dé sterke punten van de M550i - en de nieuwe 5 in het algemeen -, het comfort is van een bijna buitenaards hoog niveau. Met genoeg veiligheidsnufjes om 'm te laten landen op mars en daar autonoom te laten parkeren in de smalste grot aanwezig. Cru gezegd; eigenlijk rijdt deze M550i zelf - momenteel nog voor korte periodes, tot de overheid haar wetgeving aanpast -, waardoor je op de autostrade gerust met twee handen je Panosbroodjes uit de plastiek kan pulken en een rietje in je Cécémelbrik kan mikken. Als dat een geaccepteerd middagmaal is voor een 5-rijder, uiteraard.

Nu, laat je de M550i autonoom de bevelen uitdelen of neem je zelf het stuur in handen, het eindresultaat is een best aanvaardbare dorst. 11,4 liter per honderd kilometer reden we bij elkaar. Met verkeersvriendelijke laagtes van nog geen 9 liter tot verlaten buitenbaan-scrupules van 16,8 liter. BMW bewijst dat een potige V8 met de nodige technologie bijna zo zuinig valt te maken als een kleine viercilinder (of zelfs driecilinder) die constant de longen uit zijn lijf moet blazen.

Gratis cd-speler

Een snelle 5 Reeks, dat zal wel een arm en een been kosten? Wel, werp ook je oorlel maar in de weegschaal want BMW vraagt minimaal 91.500 euro voor de M550i. En net zoals bij de minibars van de betere hotels duwt nog maar kijken naar de optielijsten dat bedrag al aardig de lucht in. Verwarmde zetels, getinte ramen achter en een achteruitkijkcamera? BMW durft er nog extra duiten voor vragen op deze kolos. Gelukkig kan je een cd-speler gratis krijgen, daar moet je bij andere merken vaak voor bij betalen...

Enfin, bekijken we het grotere plaatje; dan valt deze M550i met zijn 91.500 euro dus tussen de 540i van 62.750 euro en de M5 van 119.900 euro. Ben je te lui om te rekenen (bij BMW niet), dan merk je dat hij zo goed als even ver van die 40i staat als van de M5 (28.000 euro trouwens). Op performantie, comfort, standaarduitrusting (jawel, die is er) schurkt hij echter dichter aan bij die M5 qua totaalpakket.

Conclusie

De meest performante luxe-5 die we ooit hebben gereden. Met een gretig blok, knap gestileerd maatpak en avant-garde technologie. Durven we het zeggen? Toch wel; de M5 is voor posers, connaisseurs rijden de M550i. En als BMW hier anders over denkt, dat ze dan maar snel zo'n M5 in onze poten duwen. De lat ligt hoog, zeer hoog.