Deze facelift is de eerste die het model sinds zijn introductie in 2010 op het autosalon van Genève krijgt. Deze update moet de verkopen van het model die dit jaar begonnen te slabakken terug een boost geven.

De gigantische ononderbroken donkere grille die geïntroduceerd werd op de Lexus IS in 2013 vinden we dankzij het F-Sport pakket nu ook terug op deze CT 200h. Scherp getekende lichten, agressieve lijnen én een spoiler. De meningen over het uitgesproken Lexus-design zijn verdeeld maar wij laten ons steevast optekenen als fan.

Zelfbouwkit

Ons enthousiasme is echter net iets minder bij het interieur. Alhoewel de tellerpartij en het dunne navigatiescherm ons best kunnen bekoren ontbreekt de middenconsole nog altijd aan het nodige raffinement. De verschillende onderdelen in het paneel doen ons eerder denken aan een zelfbouwkit dan aan een auto van 30.000 euro.

Met de algemene ergonomie rondom te bestuurder zit het wel goed en de zetels zijn comfortabel genoeg om er een lange tijd in te vertoeven. Het infotainmentsysteem met zijn joystickbediening vergt nog steeds enige gewenning en zou qua looks zeker een update kunnen gebruiken.

Dat het allemaal met een goede opzet is ontworpen daar zijn we zeker van maar toch moet er nog een en ander veranderen voor we het interieur van deze CT 200h echt gaan kunnen vergelijken met (Duitse) concurrenten. Van de middenconsole tot de bekleding aan de deurhendel die bij de minste beweging loskwam, stuk voor stuk zijn dit allemaal dingen die je niet bij (pakweg) een Golf tegen zal komen.

Hybrideridder

Lexus is een heerser in hybrideland, zo ook met deze hatchback. De benzine-elektrische aandrijflijn in het vooronder voelt zich naar zijn ontwerp best thuis in stadsverkeer. Starten, optrekken en weer stoppen voor het volgende licht. Deze test hadden we dus ook eigenlijk volledig kunnen doen in Brussel vlak naast het Lexus HQ maar dat zou allemaal te makkelijk zijn: wij trokken er ineens mee een weekendje weg, het Kanaal over.

*Halfdrie 's nachts vertrekken we elektrisch (en geruisloos) van een rustig huis in de kempen, op zoek naar het verbruik van zo'n hybrideridder op lange stukken. De 81 pk sterke elektromotor brengt ons graag naar 40 km/u maar moet daarboven (en bij de minste aanraking van het gaspedaal) de hulp van zijn 99 pk 1.8 benzinemotorvriend inroepen. Samen geven ze een gecombineerd vermogen van 136 pk en 207 Nm.

De benzinemotor schiet zijn zwakkere broer zonder morren te hulp zonder enige storing voor de bestuurder, je hoort hem zelfs amper. Samen brengen ze via de bekende continu-variabele-transmissie alle kracht naar de voorwielen. In alle rust rijden we de autosnelweg op, cruise control aan en vragen we ons af wat al die andere mensen in godsnaam zo laat/vroeg op de baan doen.*

Slower than it looks

In zo'n scenario is de CT 200h ideaal, tot wanneer je die 136 pk eens echt wil aanspreken. De CVT-bak jaagt bij het minste sportief manoeuvre het toerental huilend de hoogte in waarna - na enige vertraging - de Lexus zich ook net iets sneller voorwaarts begint de bewegen. Vanuit stilstand duurt die beweging precies 10,3 seconden om tot aan 100 kilometer per uur te komen en dat allemaal terwijl de 1.8 viercilinder zijn volumeknop ook gevonden lijkt te hebben. Het cilinderconcert trakteert je op een onaangenaam (en constant, dankzij de CVT) geronk waardoor je snel van miserie terug de gaspedaal zal loslaten. Misschien is dat de manier om aan het opgegeven verbruik van 4,1 l/100km te komen?

Over heel onze rit zaten we gemiddeld aan 6,9 l/100 km, een niet zo klein verschil met de cijfers op papier. Een dikke 900 km van onze rit was immers autosnelweg waarbij je natuurlijk gewoon met een 1.8 benzine onderweg bent, uren waarbij de elektromotor niets te zeggen heeft.

Terug in het stadsverkeer terechtgekomen - of in de file op de M25 rond Londen - zorgde de benzine-elektrische combinatie er wel voor dat ons verbruik niet nog hoger werd dan het al was.

Slower than it looks, zo'n CT 200h, niet alleen in het sprinten maar ook in het nemen van bochten. Als de CVT al snel genoeg gereageerd heeft om vlot een bocht in te sturen bereik je al vlug het limiet van de economische rubbers. Spijtig, want als we op de relatief-hardere (in vergelijking met zijn concurrenten) ophanging alleen zouden afgaan zou dit wel een capabel karretje zijn.

Conclusie en prijzen

De Lexus valt qua prijzen moeilijk te vergelijken met zijn concurrenten vanwege het hybride systeem en de rijke standaarduitrusting maar lijkt met zijn basisprijs van 26.690 euro zeker niet exorbitant geprijsd. Ons testmodel kreeg ook nog eens het 8.650 euro zware F-Sportpakket mee. Gelukkig is bij Japanners de optielijst eerder beperkt, daarvan was bij onze CT enkel de 17" velgen (650 euro) en het navigatiesysteem (1.200 euro) aangevinkt.

Spijtig genoeg zijn er nog steeds zoveel gemiste kansen bij de CT 200h, kansen die hem nog beter konden maken dan hij is, van interieurkwaliteit tot ontbrekende kracht. Allemaal voor een volgende generatie?