In München spreken ze niet graag van een facelift, waardoor ze liever de term Life Cycle Impuls hanteren. Volgen doen we dat wel, want visueel kan je moeilijk spreken van een nieuw gezicht op deze 4 Reeks. Waardoor deze impuls zich vooral onder de carrosserie moet laten opmerken. Bijpunten noemen we zoiets ook wel. En als we dan toch met een bijgepunt exemplaar op pad moeten, dan doen we dat liefst met een vreemde eend in de bijt, want een 430d, die zie je niet vaak rond toeren.

led, led, led

Maar eerst terug naar die carrosserie. Die krijgt zo goed als geen nieuwe kenmerken, zelfs geen grotere niertjes konden er vanaf. Er is dan ook geen reden voor, want tegen eind 2016 verkochten de Duitsers al 400.000 exemplaren van de nieuwe 4 Reeks. Ga je echt de details zoeken, dan spreken we bij de Life Cycle Impuls (LCI) over led-koplampen in plaats van xenon-exemplaren die de befaamde Angel Eyes vorm mogen geven. Idem led voor de mistlichten en led voor de achterlichten. Achteraan smeert BMW dan weer een streepje chroom over de bumper. Heus subtiel, op z'n minst.

Of het echter genoeg is om nog drie jaar een vuist te kunnen maken tegen nieuw gerief zoals de Audi A5, Mercedes C Coupé en - waarom ook niet - Polestar 1? Dat hangt van je visuele wensen af. Tegenover zijn concurrenten begint de 4 evenwel wat klassiek aan te voelen. Niet oud, wel klassiek. Als een herkenbaar meubelstuk waar iedereen tevreden over is maar geen hoofden doet draaien. Waardoor BMW besloot 4-eigenaars toegang te geven tot Snapper Rocks Blue. Zowat de lekkerste kleur die je tegenwoordig bij BMW kan bestellen.

Tot in de puntjes herkenbaar

Binnenin kunnen we trouwens dezelfde opmerking opperen. Want de huisstijl van BMW is toch weer al een dik decennium onveranderd. Dat heeft er natuurlijk mee te maken dat de jongens uit München destijds voorop stonden als het aankwam op de vormgeving van een naar de chauffeur gericht interieur. Een set-up die trouwens door velen werd gekopieerd. Stap maar eens in een Kia Optima of Mazda 6 en je begrijpt ons. In de 4 is het frisse er evenwel wat af. Tot in de puntjes maar niet meer vernieuwend. Zelfs niet met de impuls van extra chroom.

Nu ja, de echte grote nieuwigheid is het opgewaardeerd infotainmentsysteem dat uitgaat van een tegel-indeling. Specifiek gaat het over vlakken waardoor je kan swipen met de iDrive en die je naar je eigen goesting kan schikken, zoals op een tablet zeg maar. Klinkt goed op papier maar in de realiteit werkt het wat omslachtig. Zo zijn we tot op de dag van vandaag aan het uitdokteren hoe je de balans van de stereo aan kan passen. Want niet alles staat zichtbaar op de tegels en vaak moet je in opties gaan binnen die tegels met alle verwarring van dien. Waar we BMW evenwel niet op kunnen pakken is de rekenkracht achter het scherm, want over vertragingen geen klachten.

Andere schouder

Enfin, het gemouw over het infotainmentsysteem kunnen we achter ons laten liggen, met zo'n 4 wil je natuurlijk nog steeds een lekker potje kunnen sturen. Dus dat zal heus op punt zijn, niet? Wel, laat daar meteen één van de grote vernieuwingen van deze LCI zitten. Zo besloot BMW haar ingenieurs nog eens streng te laten kijken naar het onderstel. Het resultaat is een stuggere afstelling van de dempers en veren die de dwars- en langsdynamiek verbeteren. Of in mensentaal; samen met de herwerkte stuurinrichting rolt de 4 facelift zelfverzekerder rechtdoor. Wat op lange afstanden zeker z'n vruchten afwerpt en het GT-karakter van de 4 nog eens onderstreept.

Of we daarmee meteen ook willen zeggen dat de facelift sportiever rijdt dan zijn voorganger? Moeilijk om zeggen. In die zin dat de 4 Reeks al vanaf zijn lancering de wilde haren van de 3 Coupé achter heeft gelaten bij BMW. In de plaats kwam er een uitgekiende set-up die een balans zoekt tussen comfort en sportiviteit. Alleen zorgen de relatief grote dimensies van de 4 en de wat vage sturing dat je niet meer de Driving Machine moet verwachten die je ooit bij BMW kon vinden, daarvoor hebben ze de 2 Reeks tegenwoordig. Al moet gezegd dat de 4 uitblinkt als het aankomt op kilometers malen. Dat doet 'ie als een grote.

30d?

Compagnon van dienst was de 30d-uitvoering. Een wat onbekende rakker in het motorengamma. Want rollen de 18's en 20d's ons in het straatbeeld en masse voorbij, dan kom je zo'n 30d-badge vooral tegen op een X5. Toch is het motorblok niet enkel voorbehouden voor de SUV's van BMW, want ook de 4 kan er beroep op doen. Wat de 30d dan juist is? Een elektronisch teruggeschroefde versie van de 35d.

Nee serieus. Inhoud, boring, slag volume en compressie zijn identiek bij de 30d en 35d. Toch moet de 30d het rooien met 'maar' 258 pk en 560 Nm, terwijl de 35d beschikt over 313 pk en een monsterlijke 630 Nm aan koppel. Het resultaat is exact wat we hierboven beschrijven. Bij steviger doortrappen voel je dat de 3-liter zes-in-lijn elektronisch tegengehouden wordt. Nog steeds meer dan vlot, met een sprint naar honderd van 5,5 seconden maar zonde als je weet tot wat dit blok in staat is. Alsof je 720p op je 4K televisie aan het kijken bent.

Voor de chipboer

Het is dan ook duidelijk dat de 30d in het modellengamma zweeft om de overstap van 4-cilinder naar 6-cilinder niet meteen té groot te maken in de 4 Reeks. Al is er eigenlijk meer aan de hand. Zo wordt de 35d-uitvoering van de 4 Reeks tegenwoordig zonder pardon gekoppeld aan de xDrive-vierwielaandrijving. Waardoor de 30d de hoogte dieselmotor is in het gamma die de achterwielen aan mag sporen. Je hebt het dan ook niet van ons maar voor nog geen 900 euro brengt de lokale chipboer je 30d naar 35d waarden, al begeef je jezelf dan wel in de grijze zone der legaliteit...

Prijzen dan? 53.550 euro vraagt BMW voor zo'n 430d coupé. Al moeten we je niet vertellen dat ons testexemplaar vlot over de 70.000 euro ging. Het maakt alvast dat je een sterke affiniteit met dieselpeut moet hebben, want voor minder geld heb je een 440i op de oprit staan. Het benzine-equivalent zeg maar... en stiekem ook een stukje leuker om mee rond te toeren.

Conclusie

De Life Cycle Impuls geeft de 4 Reeks subtiele nieuwigheden die 'm weer enkele jaartjes mee moet laten gaan. Al is maar de vraag of de nieuwigheden sterk genoeg zijn om een vuist te kunnen maken tegen Mercedes C en - vooral - Audi A5. Wat de 30d-uitvoering betreft, dat is vooral een uitvoering die je via een (chip)omweg nog de kans geeft om met een 35d rond te toeren met achterwielaandrijving. En o ja, een heerlijke motor om kilometers mee te malen natuurlijk, ook met z'n standaardvermogen.