In 1986 lanceerde Volkswagen de syncro-permanente vierwielaandrijving op wat toen de tweede generatie Golf was. Op basis daarvan ontwikkelde Volkswagen een kleine terreinwagen die het als Mountain-prototype voorstelde op het Salon van Genève in 1989. In 1990 werd het prototype in productie genomen onder de naam Golf Country. Productie is een groot woord; Volkswagen bracht een lot syncro-Golfjes naar Steyr Daimler Puch in Oostenrijk, dat toen al bekend stond als 4x4 specialist dankzij de bouw van de Mercedes G-klasse. Daar werden eenextra buizenchassis van 12 cm hoog onder de wagen gelast zodat de bodemvrijheid 18 cm bedroeg. Naast die verhoogde bodemvrijheid kreeg de Golf Country ook een bull bar mee, die hem een stoerder uiterlijk bezorgde. De wielbogen en bumpers werden in zwarte kunststof gemaakt, iets wat men vandaag ook nog gebruikt op de zogenaamde Allroad-versies. Achteraan werd het reservewiel op de koffer gemonteerd en werd de Golf standaard voorzien van gefumeerde achterlichten met beschermroosters. Ook opstaptredes aan de zijkanten waren aanwezig. Een paintjob op de zijkant maakte het stoere beeld compleet.

Onder de motorkap vinden we de 1.8 benzinemotor van Volkswagen, die voorzien werd van 98 pk en 143 Nm. Die ging van 0-100 in 12,3 seconden met een topsnelheid van om en bij de 155 km/u. Om de motor van schade te vrijwaren wordt deze ook wat verplaatst, zodat een bodemvrijheid van 180 mm ontstaat. De syncro-aandrijving neemt een groot deel van de kofferruimte weg, terwijl de terreincapaciteiten van de wagen niet merkelijk verbeterden, ondanks het gebruik van sperdifferentiëlen.

Vanaf juli 1990 kwam er ook een Allround-versie beschikbaar. Deze versie was minder op luxe gericht. Het lederen interieur was vervangen door een kunstlederen versie, terwijl de stervelgen verwisseld werden voor standaard stalen wielen, de enge beschikbare kleur was donkergroen. Ondanks het feit dat Volkswagen deze versie op vraag van het koperspubliek had uitgebracht, werden er toch slechts 160 exemplaren verkocht.

In 1991 kwam er een derde versie bij. De chrom edition was dan weer luxueuzer dan de standaard Golf Country. Vanwege de unieke zwarte kleur, het crèmekleurige leder, het elektrische schuifdak en de chroom-accessoires, ging de prijs fel de hoogte in. Van deze versie werden in totaal 558 exemplaren verkocht.

Een nog exclusievere versie was de Golf Country GTI. Zoals de naam laat vermoeden kreeg deze wagen een hoger vermogen mee (107 pk) en werd deze in erg kleine oplage van 50 stuks geproduceerd, enkel beschikbaar voor de werknemers en dan vooral het management van het Duitse bedrijf.
Daarnaast kwamen ook nog een aantal ombouw Golf Country’s in omloop, waaronder een aantal met dieselmotor (uit de 1.6 GTD met 75 pk).

Volkswagen begon aan de productie van de Golf Country met de bedoeling om er jaarlijks 5.000 stuks van te verkopen. In totaal wilde men 15.000 stuks aan de man brengen, maar de teller bleef hangen op 7.735 exemplaren, net de helft. De Golf Country werd in 1991 alweer uit productie genomen, hoewel er een aantal wagens pas in 1992 werden ingeschreven, te wijten aan de overproductie op deze korte tijd.

Toch is het jammer dat de Golf Country een ‘vergeten auto’ geworden is, aangezien hij als voorloper van de huidige SUV-trend kan gezien worden. Toch is dit slechts voor een gedeelte waar, aangezien sommige bronnen de AMC Eagle uit de jaren ’80 als echte voorloper zien, een softroader-concept avant la lettre waarvan Toyota handig de RAV4 FunCruiser heeft gekopieerd.