Maandagse miserie: de ramp van Le Mans in 1955

mercedes 300 slr 1955 le mans ramp

Maandagse motorsport miserie, of hoe enkele slechte beslissingen en ongelukkige omstandigheden meer dan ooit nare gevolgen kunnen hebben. In deze derde episode hebben we het over een van de ergste rampen ooit in de geschiedenis van de motorsport: de 24-uren race van Le Mans in 1955.

Le Mans en het legendarische Circuit de-la Sarthe spreekt al jaren tot ieders verbeelding, met name door de bekende 24-uren races die er al sinds 1923 worden gehouden. Ook in 1955 was dat niet anders dan anders met onder andere titanen Jaguar en Mercedes die zich klaarmaakten voor de race der races.

Race der races

Mercedes trok ten strijde met hun 300 SLR die de maanden ervoor al van success had genoten in het World Sportscar Championship, onder andere op de eveneens bekende Mille Miglia. Met een ultralichtgewicht carrosserie van een magnesium-legering die ze Elektron hadden gedoopt aangedreven door een 310 pk sterke achtcilinder stonden ze er op papier alvast het beste voor. Het enige waar concurrent Jaguar het beter in deed waren de remmen. Terwijl de Britten al state-of-the-art schijfremmen in hun D-Type hadden moesten de Duitsers van Mercedes het nog met de gewone trommelvarianten doen. Om op het einde van de lange rechte stukken snel genoeg te kunnen vertragen hadden ze wel een luchtrem - zoals op vliegtuigen - geïnstalleerd.

Terwijl de ontwikkeling van de auto's in die periode zeker niet had stilgestaan kunnen we spijtig genoeg niet hetzelfde zeggen van de veiligheid. Die was zo goed als onveranderd gebleven sinds 1923, alhoewel de snelheid van de wagens maal drie was gegaan. Waar ze in het begin nog geen 100 kilometer per uur haalden op de rechte stukken ging de snelheid in de jaren '50 gemakkelijk boven de 300 uit. Allemaal zonder gordels trouwens, de piloten werden naar eigen zeggen liever uit hun wagen gesmeten dan gevangen komen te zitten in een brandende hoop metaal,

Om hun 300 SLR te besturen koos Mercedes voor Pierre Levegh, een 49-jarige Fransman die in 1952 maar liefst 23 uur aan een stuk reed, ondanks een vervanger die klaar stond. Levegh won uiteindelijk zelfs niet wegens een mislukte opschakeling (veroorzaakt door vermoeidheid) die 45 minuten voor het einde zijn versnellingsbak naar de vaantjes hielp. Toch wist Levegh dankzij zijn overtuiging en volharding een zitje bij Mercedes te versieren om hun gloednieuwe 300 SLR naar de overwinning te rijden.

11 juni 1955

Levegh begon achter het stuur van de Mercedes en al van in het begin was de competitie tussen de verschillende teams (Mercedes, Jaguar, Maserati en Ferrari) bikkelhard. De race was sneller dan ooit en records sneuvelden om de vijf minuten. Op het einde van ronde 35 kwam Levegh achter de Jaguar D-Type van Mike Hawthorn rijden in het begin van de pitlaan. Hawthorn reed nog met aanzienlijke snelheid aangezien hij net de tragere Austin-Healey 100 van Lance Macklin voorbij had gestoken toen hij plots een bord opmerkte dat aangaf dat hij moest stoppen voor brandstof. In plaats van dat nog een ronde uit te stellen ging de Brit hard in zijn remmen maar dankzij de schijfremmen kwam hij een pak vlugger tot stilstand dan de concurrende teams die nog met trommelremmen zaten.

Door dit plotse remmanouevre van Hawthorn moest Lance Macklin ook hard in de remmen gaan met een gigantische stofwolk en een verlies van controle tot gevolg. Macklin probeerde de sterk afgeremde Jaguar te ontwijken maar had de snel naderende Mercedessen van zowel Juan Manuel Fangio en Pierre Levegh niet opgemerkt. Met de stofwolk net achter zich was het echter al te laat want de 280 km/u rijdende Mercedes van Levegh kon de slalomende Austin-Healey niet meer ontwijken.

Door de botsing ging de 300 SLR van Levegh de lucht in en belandde hij neer op een zandheuvel die de enige afscheiding tussen het circuit en de toeschouwers vormden. Dankzij de grote snelheid en de hoek waarop de wagen neerkwam vlogen enkele onderdelen - waaronder de motorkap en de voorste as - rechtstreeks het bijeengekramd publiek in met talloze onthoofdingen als gevolg. Met de motorophanging ook beschadigd brak de gigantische achtcilinder los en zette hij zijn pad voort naar nog andere toeschouwers. Levegh zelf werd ook uit de wagen geslingerd - want van veiligheidsgordels moesten ze niets weten - en stierf onmiddelijk bij impact met de grond.

Witheet

Omdat de rest van de wagen nog steeds aan het rollen was over de zandberm begaf de brandstoftank het ook met een brand als gevolg die al gauw het ontstekingspunt van magnesium had bereikt. Onmiddelijk schoot heel de wagen in brand met withete vlammen en een temperatuur van 3100 graden celsisus waardoor er schroeiende gensters in het rond werden geworpen, rechtstreeks in de overblijvende toeschouwers. In een poging om de magnesiumbrand te blussen kapten reddingswerkers - volledig onbekend met zulke brandhaarden - water op de brandende Mercedes. Hierdoor werd het vuur nog groter en stopte de wagen pas 3 uur later met branden.

Fangio - die achter Levegh zat - kon de Austin van Mackley die over het circuit aan het schuiven was nog maar net ontwijken. Macklin botste tegen de pitmuur, kaatste terug en belandde uiteindelijk tegen de berm naast de brandende Mercedes waardoor hij nog een andere toeschouwer plette maar Macklin zelf kwam er ongedeerd uit.

De officiële cijfers spreken van 84 doden - van vliegende brokstukken en van de withete magnesiumbrand - en nog eens 120 gewonden maar andere bronnen schatten het uiteindelijke dodental een pak hoger in.

Gewoon doorgaan

Ondanks de ongelofelijke chaos en tragedie ging de race gewoon door. De officiële uitleg hiervoor was om de wegen vrij te houden van vertrekkende toeschouwers voor een betere doorgang van de toestromende ziekenwagens. Daimler-Benz riep om middernacht een meeting bijeen van de raad van bestuur en besloot zich terug te trekken uit de race, onder andere omdat tien jaar na Wereldoorlog Twee de relaties tussen Duitsland en Frankrijk sowieso nog niet goed waren. Acht uur na het accident trok het team de wagens van Fangio/Stirling Moss en Karl Kling/Andre Simon terug uit de race, ondanks hun eerste positie. Mercedes nodigde ook Jaguar uit om te stoppen maar die laatsten gingen niet in op die uitnodiging.

Uiteindelijk kwam Hawthorn in zijn Jaguar als eerste over de eindstreep en werd er traditioneel gevierd met champagne, iets dat allesbehalve zacht werd onthaald door de Franse pers de dag erna.

Gevolgen

Na het officieel onderzoek werd er beslist dat Jaguar niet verantwoordelijk was voor het ongeval en dat het niets meer was dan een racing-incident. De verschillende doden waren de schuld van inadequate veiligheidsmaatregelen die ervoor zorgden dat alle vormen van motorsport onmiddelijk verboden waren, onder andere in Frankrijk, Duitsland, Spanje en Zwitserland, tot dat de circuits aan een bepaalde veiligheidsstandaard voldeden. In Zwitserland zijn de meeste vormen van motorsport nog steeds verboden overigens, uitgezonderd van evenementen zoals hillclimbs.

Levegh's 2de piloot John Fitch ging zich na het incident concentreren op veiligheid en de ontwikkeling van veiligere auto's. Mercedes won uiteindelijk het kampioenschap na overwinningen op de British RAC Tourist Trophy en de Italiaanse Targa Florio. Mercedes maakte na de laatste race bekend dat ze zich als fabrieksteam terug gingen trekken uit het circuitracen om zich te concentreren op straatlegale wagens. Pas in de jaren '80 keerden ze terug, net zoals Jaguar die tot 30 jaar na 1955 niet meer op Le Mans hebben gereden.

Macklin beschouwde Hawthorn als een dichte vriend maar na het lezen van die laatste zijn autobiografie in 1958 ging hij vlug anders denken over zijn landgenoot. Hawthorn nam in zijn autobiografie immers geen enkele verantwoordelijkheid voor het ongeval en omdat Levegh toen onmiddelijk overleden was vond Macklin dat Hawthorn zo alle schuld in zijn schoenen schoof. Macklin begon daarom een rechtszaak tegen Hawthorn voor laster die vroegtijdig stopgezet werd omdat Hawthorn overleed in een auto-accident in Guildford.

De Austin-Healey 100 van Lance Macklin wisselde na de race enkele keren van handen om uiteindelijk in 1969 geveild te worden voor 155 pond. In 2011 verscheen de wagen terug in Bonhams waar hij voor niet minder dan £ 843.000 van eigenaar wisselde. een slordige 1,018 miljoen Euro, nog steeds in ongerestaureerde oorspronkelijke staat.

Laatst gepubliceerd

Reacties (3)

Plaats een reactie
Techno Patat 15:35
afbeelding van Techno Patat

Dat is zowat de duisterste pagina van de autosport? Zo duister dat ik er nog nooit van gehoord had! Djeezes -.-!

Bruno Floré 11:01
afbeelding van Bruno Floré

Heb gisteren nog eens de beelden op tv gezien, Hawthorn droeg een ver-plet-teren-de verantwoordelijkheid. Je kan niet zeggen 'dat is nu eenmaal de race' als je iemand eerst links veel sneller voorbijraast om dan meteen voor zijn wielen rechts te gaan afdraaien! Dit is ook in de sport immoreel (om niet te zeggen: crimineel). Onbegrijpelijk dat hij vrijgepleit werd.
Puike reactie dus van Macklin, je kan bijna zeggen dat de ene door God gestraft werd (Hawthorn werd nog geen 30 jaar toen hij -op de openbare weg!- verongelukte begin 1959) en de andere beloond (Macklin werd net geen 83), dat is dan ook de enige 'troost' voor deze gruwel.

freejazz 21:42
afbeelding van freejazz

En juist die dag ben ik geboren.

Uw reactie

Recente reacties

Laatste rijtesten

Alle rijtesten

Laatste reportages

Alle reportages

Laatste nieuws

Alle nieuws