In 2015 verscheen de nieuwe generatie XF sedan. Over de stationwagen bleef het stil, lang stil. Want het is gebruikelijk in autoland om niet veel later al op de proppen te komen met een stationvariant. Britten zijn echter wat eigenzinnig, waardoor we twee jaartjes hebben moeten wachten op deze tweede generatie Sportbrake. Die volgt het recept van zijn voorganger. Of in andere woorden; neem de sedan en kleef er meer koffer aan. Een receptuur waar we niet rouwig om kunnen zijn.

Visueel gelijkt hij dan ook best wel wat op z'n voorganger maar dan in een strakker getrokken jasje. Zeer fraai is het glazen dak bovenop. Maar liefst 1.6 meter lang. Achterin, want daar draait het toch wat om bij deze station, kofferruimte van 565 liter dat kan groeien tot 1.700 liter. Vergelijkbaar met wat je in de nieuwe 5 Reeks Touring krijgt van BMW. Uniek aan deze station in z'n segment is het uitvoerig gebruik van aluminium, een technologie die Jaguar in 2003 uitrolde in de XJ. Het maakt alvast dat de nieuwe Sportbrake 198 kilogram mag achterlaten in de fabriek ten opzichte van zijn voorganger. Met een basisgewicht van 1.660 kilogram tot gevolg.

Ingenium

Voorin het bekende gerief van Jaguar. Met een 2.0 liter turbodiesel die je kan krijgen met 163 pk, 180 pk of 240 pk. Enkel die eerste doet het standaard met handbak, de andere versies krijgen een automaat. De 180 pk diesel kan je uitrusten met vierwielaandrijving, de 240-variant heeft dat steeds. Daarbovenop heeft Jaguar ook nog de 3-liter V6 diesel met 300 pk (RWD, automaat).

Benzinerijders moeten het doen met de 240 pk sterke viercilinder die wordt vastgehangen aan een automaat en achterwielaandrijving. De 3-liter V6 met supercharger vanuit de F-Type, die houden ze voor de Amerikaanse en Chinese markt. Flauw Jaguar, flauw. Al verwachten we nu al een SVR-variant op Europese bodem.