Voor je moord & brand schreeuw naar deze test, hem met hooivorken doorprikt en naar de brandstapel stuurt, laat ons uitleggen waarom we hem doen. Beide wagens zijn gefacelift en beschikken over een nieuwe motor. Eigenlijk al reden genoeg om ze opnieuw onder de loep te nemen. Opvallender is het statusverschil tussen beide wagens.

Want geef nu zelf toe, twintig jaar geleden was het ondenkbaar dat je een BMW had met minder kracht, zonder automaat en minder opties tegenover een volkse Opel. Zie het dan ook niet als een 'versus-test' - want kartoffeln en bockwurst vallen nu eenmaal niet te vergelijken -, maar eerder als een best of sedanland. Al houden we wel één vraag in het achterhoofd: 'Neem je de full-option Opel, of de instapper BMW'.

De deelnemers

München doet een slimme zet door het 18d-typeplaatje achteraan op de 5 Reeks te plaatsen. Want samen met dat plaatje daalt het prijskaartje zomaar eventjes 3.400 euro. Een smak geld waardoor de 5 Reeks eindelijk onder de 40.000 euro valt. Daarbij moet je geen vrees hebben dat er geknibbeld is aan de Duitse degelijkheid. De 518d rolt exact hetzelfde van de band als de 520d al moet hij enkele paarden achterlaten in de fabriek. 41 stuks om precies te zijn waardoor je nu beschikt over 143 pk en 360 Nm (of 136 pk met gereduceerd vermogen).

De Insignia uit Rüsselsheim doet dan weer beroep op een gloednieuwe 1.6 turbomotor met directe injectie (SIDI). Het resultaat zijn 170 trappelende benzinepaarden en 260 Nm koppel. Daarmee valt hij net onder de 2-liter viercilinder met 250 pk die dan weer zijn meerdere moet herkennen aan de 2.8 V6 uit de OPC-stal. Met een prijskaartje van 42.510 euro (daarbij zijn alle opties aangevinkt) komt hij dus in het vaarwater van de 39.550 euro kostende 5 Reeks. Al moeten we toegeven dat BMW nog eens 17.070 euro wist stuk te slaan op onze testwagen waardoor hij een gigantische 56.630 euro van je vraagt.

Chromen poetsbeurt

Beide wagens lijken naar dezelfde plastische chirurg geweest. De uiterlijke update vertaalt zich dan ook vooral in chromen accenten. Bij de 5 Reeks zit het hem vooral in de standaard xenon-koplampen, grotere neusgaten en zwierig lijntje in de luchtsleuven onderaan. De Insignia ging iets harder onder het mes. Zeker de achterkant met doorlopend chromen lijntje in de lichten zorgt voor het nodige cachet. Vooraan krijgt hij - of wat had je gedacht - net zoals de Beemer chromen accenten in de koelgaten.

Ook het interieur werd grondig onderhanden genomen bij de Insignia. Zo zien we onder andere het vernieuwde navigatiesysteem dat veel functies biedt maar qua bediening (via het faux-touchscreen) nog veel te wensen overlaat.

Het resultaat zijn twee wagens die weer terug enkele jaren meekunnen. Al valt de BMW iets harder uit de boot nu Mercedes loopt te pronken met hun grondige gefacelifte E-Klasse.

Leasingwonder

Zoals eerder gezegd hebben we hier ook met twee nieuwe motoren te maken. Of toch ongeveer, want de 2-liter diesel in de BMW kennen we al veel langer. Hij wekt enkel minder vermogen op, 136 stuks - in ons gereduceerd geval - om precies te zijn. Niet dat hij daardoor als een zuinigheidskoning wordt gepositioneerd. CO2-uitstoot en normverbruik blijven namelijk gelijk aan dat van de 520d. In cijfers: 119 g/km CO2 en 4,5 l/100 km, in realiteit neigt dat laatste getal eerder naar de 6,2. Hoewel dat geen slecht getal is voor een sedan in zijn klasse zijn we teleurgesteld dat hij niet zuiniger door het leven gaat.

Het lijkt er dus wel op dat BMW vooral minder pk's aanbiedt om de lagere prijs te rechtvaardigen. Niet toevallig zorgt die prijs ervoor dat je een 518d met automaat kan nemen voor de prijs van een 520d met handbak. Het lijkt dus vooral te voorzien in een automaat voor de leasingwereld. Die 18d-badge laat je er dan gewoon af en niemand merkt het verschil.

Potente 1.6

In tegenstelling tot de 518d bij BMW sloot Opel geen compromissen als het op kracht aankwam bij deze fonkelnieuwe 1.6 turbobenzine met directe injectie. In deze Insignia heb je er zelfs 170 pk en 280 Nm mee tot je beschikking maar dankzij de slome automaat komen ze nooit tot hun volle recht. Bij een zeer rustige rijstijl werkt de automaat naar behoren maar als je ook nog maar zou denken aan een sportievere rijstijl lijkt de automaat te panikeren en is hij enkele seconden zijn kluts kwijt. Hoe dit nog kan anno 2014 vragen wij ons ook nog steeds af. De paddles achter het stuur bieden tijdelijk soelaas maar laten ook veel te wensen over. Diegenen die graag nog wat plezier aan hun auto beleven blijven dan ook best weg van de automaat in de Insignia.

De 1.6 EcoTec levert in overboost ook nog eens 20 Nm extra, goed voor en sprintje van 0 naar 100 in 9,9 seconden en een topsnelheid van 250 km/u. Dankzij de miserabele automaat ga je dit echter niet dikwijls willen doen, al is dit misschien ook een nieuwe manier van Opel om het verbruik te drukken. Volgens de papieren kom je toe met 6,6 liter per 100 km, in de praktijk kan je daar gerust een dikke 2 liter bij tellen.

Conclusie

Een echte winnaar uit deze twee is zoals te verwachten moeilijk aan te duiden, maar dat was ook niet de bedoeling. Zo'n groot verschil in prijs als in onze twee testexemplaren ga je in het dagelijks leven niet over twijfelen maar dat stemt wel tot nadenken. De volgeladen Opel kost je 'maar' 42.150 euro, een basis 518d zit daar net onder met 39.550 euro. Vergeleken met de Opel moet je dan wel een heel pak inboeten aan luxe want, toegegeven, de 2.140 euro kostende geperforeerd lederen zetels zitten uitstekend.

Het is dan ook voornamelijk nog het imago van de BMW dat sommigen nog steeds naar het merk uit München zal doen neigen. De 518d zal voornamelijk aanspreken bij leaserijders waarbij anders een 520d met automaat net boven het budget zou uitkomen, de Insignia bij mensen die graag veel voor hun geld terugkrijgen. Blijf dan wel weg van de automaat want die neemt spijtig genoeg veel weg van de comfortabele ervaring.