Een paar maanden geleden onthulde Stellantis een ei waar het blijkbaar al geruime tijd op aan het broeden was. Toen toonde het megaconcern namelijk in één beweging de facelifts voor àl zijn bestelwagens aan de wereld, en daar hoorden ook die van Citroën bij. Vooral de Jumpy viel daarin op omdat die een setje koplampen kreeg aangemeten die deden denken aan de Oli-conceptcar en aan de gloednieuwe Citroën (ë-)C3. De vernieuwde Berlingo kreeg die koplampen toen echter niet mee… En daar was een reden voor.

Van 280 naar 320 kilometer

Dat blijkt namelijk precies het kenmerk te zijn waarmee de personenversie zich van de bestel-Berlingi gaat onderscheiden. Zo heeft Citroën nu het doek getrokken van de vernieuwde ë-Berlingo met achterbank, en die springt meteen in het oog dankzij zijn opvallende koplampen. Ook de voorbumper verschilt trouwens grondig van die van de bestelwagen terwijl Citroën achteraan zijn logo weglaat en de merknaam wat prominenter over de achterklep uitsmeert. Binnenin herken je hem aan een ander stuurwiel en een nieuw infotainmentscherm van 10 inch, terwijl je nog steeds mag rekenen op fleurige dashboard- en zetelbekledingen.

Onderhuids valt er minder nieuws te melden, of toch niet als je de facelifts voor de Peugeot e-Rifter en e-Partner, de Opel Combo Electric, de Fiat e-Doblo en zelfs de Toyota ProAce City Electric al zien passeren hebt. Reken dus nog steeds op een 50 kWh-accu en een elektromotor met 136 pk, al gaat die laatste iets zuiniger met zijn stroom om. Combineer dat met een nieuwe warmtepomp, en het theoretische rijbereik groeit volgens Citroën van 280 naar 320 kilometer. Snelladen kan de ë-Berlingo tot 100 kW, waarmee de accu naar 80 procent capaciteit gaat in een half uurtje.

De Citroën ë-Berlingo wordt als vanouds verkrijgbaar in twee formaten: als 4,40 meter lange M en als 4,75 meter lange XL. Die laatste kan uitgerust worden met zeven zitplaatsen maar laat je enkel de voorste zitrij op z’n plek, dan ontstaat een balzaal met een volume van zo’n 4.000 liter. Wat je daar in vernieuwde vorm voor over moet hebben, weten we op dit moment nog niet.